Texturen toepassen op objecten en vlakken met het gereedschap Textuur

Gereedschap

Gereedschappenset

Textuur

Basisgereedschappen

Met het gereedschap Textuur kunt u een textuur rechtstreeks op een volledig object of op specifieke objectvlakken toepassen. De textuur wordt met één enkele klik op het oplichtende object/vlak onder de cursor toegepast; het object hoeft daarvoor niet geselecteerd te zijn. Als u texturen toevoegt of wijzigt met het gereedschap Textuur worden de wijzigingen weergegeven in het tabblad Rendering van het Infopalet. Vanop deze locatie kunt u de toegepaste texturen beheren (zie Texturen van objecten beheren vanuit het Infopalet.

U kunt ook het Hulpbronnenbeheer gebruiken om een textuur toe te kennen. Selecteer het object en klik met de rechtermuisknop op de hulpbron. Selecteer vervolgens het commando Gebruik in het contextmenu.

Of, sleep de textuur uit het Hulpbronnenbeheer naar het object. Om de textuur op een specifiek vlak toe te passen, drukt u op de ctrl-toets (Windows) of de cmd-toets (Mac) terwijl u de textuur naar het vlak sleept. Om eenzelfde textuur op meerdere vlakken te vervangen door een nieuwe, drukt u op Ctrl+Shift (Windows) of Cmd+Shift (Mac) terwijl u de nieuwe textuur naar één van de te wijzigen vlakken sleept.

Om de toegepaste texturen op een object te beheren of om de projectie aan te passen, gebruikt u het tabblad Rendering van het gereedschap Bewerk projectie.

Methode

Omschrijving

Textuur op object

Hiermee past u de actieve textuur toe op het aangeklikte object.

Textuur op vlak

Hiermee past u de actieve textuur toe op het aangeklikte vlak.

Textuur op vlak kan tijdelijk geactiveerd worden door de ctrl-toets (Windows) of de cmd-toets (Mac) in te drukken terwijl u één van de andere methodes gebruikt.

Vervang identieke texturen

Met deze methode wordt de actieve textuur toegepast op alle vlakken van een object die dezelfde textuur hebben als het aangeklikte vlak.

Vervang identieke texturen kan tijdelijk geactiveerd worden door de Ctrl+Shift (Windows) of cmd+Shift (Mac) in te drukken terwijl u één van de andere methodes gebruikt.

Instellingen opnemen

Selecteer deze methode om de textuur van een aangeklikt object of vlak als actieve textuur in te stellen. Vervolgens wordt de gebruikte methode van het gereedschap onmiddellijk geactiveerd.

Instellingen opnemen kan tijdelijk geactiveerd worden door de alt-toets (Windows) of de option-toets (Mac) in te drukken terwijl u één van de andere methodes gebruikt.

Textuur

Selecteer via de Hulpbronnenkiezer een textuurstijl. Dubbelklik op een hulpbron om deze te activeren.

Ondersteunde objecten voor het gereedschap Textuur

Textuur op object, Textuur op vlak, Vervang identieke texturen en Instellingen opnemen kunnen gebruikt worden met de onderstaande objecten en hun vlakken:

Generieke volumes

3D-primitieve volumes (bol, halve bol, kegel)

Extrusies, meervoudige extrusies, conische extrusies en extrusie langs pad

Wentelingen

SUI volumes (samenvoegen, uitsnijden, intersectie/doorsnijden - Textuur op vlak, Vervang identieke texturen en Instellingen opnemen werken alleen met objecten gecreëerd in Vectorworks 2020 of later)

Groepen (alleen ondersteunde objecten in groepen kunnen een textuur krijgen; om Textuur op vlak, Vervang identieke texturen en Instellingen opnemen te gebruiken, moet u de objectbewerkmodus activeren)

3D-symbolen (alleen ondersteunde objecten die onderdeel zijn van het symbool kunnen een textuur krijgen; om texturen toe te passen, moet u de objectbewerkmodus activeren)

Met Textuur op object kunt u ook een textuur toepassen op de volgende objecten:

3D-polygonen

Subdivision-objecten (texturen op subdivision-objecten worden niet weergegeven op het tabblad Rendering van het Infopalet)

Sommige objecten met componenten/onderdelen (muren, platen, daken en verhardingen)

Sommige parametrische objecten, afhankelijk van hoe het object werd gecreëerd (texturen op parametrische objecten worden niet weergegeven op het tabblad Rendering van het Infopalet)

Een textuur toepassen met methode Textuur op object

Texturen toepassen met methode Textuur op vlak

Een textuur toepassen met methode Vervang identieke texturen

Texturen van objecten beheren vanuit het Infopalet

Texturen op 3D-objecten

Texturen op objecten met componenten

Het gereedschap Bewerk projectie