Een textuur toepassen met methode Vervang identieke texturen

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

Vervang identieke texturen

Textuur

Basisgereedschappen

Met de methode Vervang identieke texturen vervangt u de textuur op alle vlakken van een geschikt object die dezelfde textuur hebben als het aangeklikte vlak (zie Ondersteunde objecten voor het gereedschap Textuur).

Om eenzelfde textuur op meerdere vlakken van een object te vervangen door een nieuwe textuur:

Activeer het gereedschap en de methode.

Klik op het veld naast Textuur in de Methodebalk om een hulpbron te selecteren via de Hulpbronnenkiezer.

Of, druk op de alt-toets (Windows) of option-toets (Mac) om tijdelijk de methode Instellingen opnemen in te schakelen, en klik op een object of vlak in de tekening waarvan u de textuur actief wilt maken.

Beweeg de cursor over één van de vlakken met de textuur die u wilt vervangen. Alle vlakken met deze textuur lichten op. Klik om de textuur toe te passen. 

De textuur wordt toegepast op alle objectvlakken met een identieke textuur. Wanneer u het object hierna selecteert, vindt u de textuur terug op het tabblad Rendering in het Infopalet, waar het de algemene textuur overschrijft.

Texturen toepassen op objecten en vlakken met het gereedschap Textuur

Een textuur toepassen met methode Textuur op object

Texturen toepassen met methode Textuur op vlak

Texturen van objecten beheren vanuit het Infopalet

Texturen op 3D-objecten