Texturen op objecten met componenten
Voor objecten met betextureerbare componenten, zoals muren, daken, platen en verhardingen vindt u in de browserlijst ofwel de componenten ofwel de delen van een object, afhankelijk van de geselecteerde Methode. Selecteer ‘Van componenten’ om een zo nauwkeurig mogelijke tekening te bekomen. Zie Texturen van objecten beheren vanuit het Infopalet voor meer informatie over alle acties die in de textuurbrowser mogelijk zijn.
De texturen die u instelt via het tabblad Rendering overchrijven de texturen die werden ingesteld tijdens de creatie van het object. Merk op: dit geldt niet voor texturen bepaald door de objectstijl; deze kunnen niet via het tabblad Rendering worden gewijzigd.
De texturen voor vliesgevels worden bepaald door de instellingen van profielen en panelen. Ook deze texturen kunt u niet via het tabblad Rendering wijzigen. Voor parametrische objecten zonder delen is het niet aangeraden de textuuropties in de textuurbrowser te gebruiken.
Bij de Methode ‘Van component’ worden de componenten van het object en de toegekende texturen in een lijst weergegeven. Texturen die door de stijl zijn bepaald, kunnen niet via het tabblad Rendering worden gewijzigd en hebben grijze parameters.
Bij de Methode ‘Van object’ worden de delen van het object en de toegekende texturen in een lijst weergegeven. Sommige delen staan standaard op D.m.v. textuur "Algemeen". In de lijst met Texturen kunt u de texturen voor de verschillende delen manueel wijzigen.
Texturen kunnen ook op muuropeningen toegepast worden tijdens het bewerken van de openingscomponent (zie Texturen toekennen aan muuropeningen).
Bij daken kunt u texturen toekennen aan de boven-, onder- en zijkanten, de dakkapel en eveneens aan de fascia, de zolder en het ondervlak.
Bij verhardingsobjecten met een boord kunt u een deel selecteren en het vulvlak en de boord elk een andere textuur geven.