DesignSeries00010.pngRuimte Instellingen

Via het instellingenvenster van het gereedschap Ruimte kunt u de standaardwaarden (o.a. stijl van de labels, automatische nummering, berekening van de begrenzing en grafische kenmerken) voor toekomstige ruimtes bepalen. Door klassen toe te wijzen aan het label, de aanduidingslijn, de grafische kenmerken en aan het object zelf, hebt u de weergave van ruimtes volledig in de hand. Zo kunt u voor alle ruimtes bepalen hoe het label er zal uitzien, of de nummering manueel of automatisch dient te gebeuren, enzovoort.

De 2D-kenmerken van de ruimte (het type vulling en lijn) worden niet bepaald door het instellingenvenster, maar door de huidige instellingen van het Kenmerkenpalet op het moment dat u de ruimte creëert.

Dankzij objectstijlen kunt u parametrische objecten creëren met een combinatie van enerzijds parameters die bepaald worden door de objectstijl, en anderzijds parameters die vrij te bepalen zijn volgens invoeging (zie Objectstijlen creëren). Stijlparameters krijgen een vaste waarde op basis van de gekozen stijl;  invoegparameters kunnen voor elk exemplaar in een bestand afzonderlijk worden ingesteld (zie  Concept: Objectstijlen voor parametrische objecten ).

Zodra u de ruimtes hebt gecreëerd, gebruikt u het Infopalet om de eigenschappen van de afzonderlijke ruimtes aan te passen, zoals bijvoorbeeld de Naam en de Bestemmingsfunctie van de ruimte. Om toegang te krijgen tot alle instellingen van de ruimte klikt u op de knop Instellingen.

In de categorie Geavanceerd van het instellingenvenster bepaalt u welke instellingen zichtbaar zullen zijn in het Infopalet. Zie Ruimte Instellingen: Categorie Geavanceerd voor meer informatie hierover.

Wanneer u de eigenschappen van ruimtes wijzigt, worden de objecten in de tekening pas bijgewerkt indien nodig, dit om tijd uit sparen bij het verwerken van aanpassingen. Om de bewerkte ruimte-objecten volledig te herrekenen, selecteert u Extra > Hulpmiddelen > Alle insteekmodules herrekenen.

De instellingen zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Selecteer een categorie uit de linkerkolom om de bijbehorende parameters in het middelste deelvenster weer te geven.

Rechts in het dialoogvenster vindt u steeds een voorvertoning van het label op basis van de huidige instellingen. Ook de knop Bewerk lay-out blijft beschikbaar om op eender welk moment de lay-out van de ruimtelabels te bewerken. Eens in de bewerkmodus kunt u bijvoorbeeld een ander lettertype of een andere lijnkleur instellen.

Enkele instellingen kunt u rechtstreeks in het Infopalet aanpassen (zie Eigenschappen van ruimtes in het Infopalet).

Instellingen

Ruimte Instellingen: Categorie Nummering

Ruimte Instellingen: Categorie Bestemmingsfunctie

Ruimte Instellingen: Categorie 2D-omtrek en oppervlakte

Veel parameters in deze categorie zijn alleen beschikbaar als de ruimte is verbonden met aangrenzende muren.

Ruimte Instellingen: Categorie 3D-omtrek

Ruimte Instellingen: Categorieën Label 1, 2 en 3

U kunt voor elke ruimte tot drie labels individueel instellen en plaatsen. De categorie Label 1 is standaard beschikbaar. Om de categorieën Label 2 en Label 3 aan het dialoogvenster toe te voegen, selecteert u de optie Meerdere labels in de categorie Geavanceerd (zie Ruimte Instellingen: Categorie Geavanceerd).

Ruimte Instellingen: Categorie Aanduidingslijn

Instellingen voor de aanduidingslijn van label 1 zijn altijd beschikbaar. Om de aanduidingslijnen voor label 2 en label 3 in te kunnen stellen, vinkt u de optie Meerdere labels aan in de categorie Geavanceerd. De klasse en de weergave van de aanduidingslijnen bepaalt u in de categorie '2D-kenmerken' (zie Ruimte Instellingen: Categorie Kenmerken).

Ruimte Instellingen: Categorie Kenmerken

Deze instellingen zijn alleen van toepassing op het ruimteobject; het ruimtelabel is een symbool dat u kunt bewerken zoals beschreven in Bestaande ruimtelabels bewerken.

Ruimte Instellingen Categorie Afwerking ruimte

Voeg het rapport Ruimte-afwerkingen toe aan uw bestand zodra u alle informatie over ruimteafwerkingen hebt opgegeven.

Ruimte Instellingen: Categorie Extra gegevens

Arch.pngRuimte Instellingen: Categorie Energos

Naast de algemene instellingen voor ruimtes in het dialoogvenster ‘Energos projecteigenschappen’, kunt u via de categorie Energos voor elke individuele ruimte bepalen of deze al dan niet in de energieberekeningen wordt opgenomen en met welke waarden.

Ruimte Instellingen: Categorie Geavanceerd

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Eigenschappen van ruimtes in het Infopalet

Automatische nummering

Lijsten met namen van ruimtes en gebruikersgroepen

Labels op maat

Ruimteafwerkingen

Ruimte-instellingen op maat

GSA-gegevens

Ruimtes creëren met het gereedschap Ruimte

Omtrek van ruimtes bewerken