Structuurelementen bewerken
Structuurelementen kunnen vervormd en geroteerd worden met het Vervorm object gereedschap, het Selectie gereedschap en het Roteer gereedschap; parameters kunnen rechtstreeks in het infopalet bewerkt worden of vanuit het dialoogvenster Instellingen structuurelementen.
Structuurelementen vervormen
Gebruik het gereedschap Vervorm object om een structuurelement te vervormen; zie NURBS-curven vervormen met de methode Transformeren.
Voor structuurelementen ingevoegd met de Lineaire methode, krijgt u bijkomende controle met het Selectie gereedschap. Druk op de tab toets om toegang te krijgen tot de Coördinatenbalk en de Overspanning, Hoek, Kanteling, Lengte en/of Hoogte in te stellen. Deze parameters zijn afhankelijk van elkaar. Als u een parameter bewerkt, worden er normaal een of meerdere parameters gewijzigd. U kunt de parameters ook wijzigen via het Infopalet. Om lineair ingevoegde objecten te beperken tot hun huidige 3D-pad hoek, houdt de Shift-toets ingedrukt terwijl u de begin- en eindpunten versleept met het Selectie gereedschap.
Gebruik het gereedschap Roteer om het pad van het object te roteren zonder de Hoogte, Overspanning, Kanteling of Lengte te wijzigen.
De lengte en positie van gekoppelde structuurelementen (door middel van de methode Automatische koppeling) worden automatisch aangepast als dit nodig is om de koppeling te behouden. Wanneer de verplaatsing van een structuurelement echter een onlogische koppeling tot gevolg heeft, wordt de koppeling verbroken. De bijstellingen van begin- en eindpunt worden in dat geval op maat ingesteld.
Kenmerken structuurelementen
De meeste, maar niet alle, parameters kunnen bewerkt worden vanuit zowel het dialoogvenster Instellingen structuurelementen als het Infopalet. Zie Instellingen structuurelementen voor parameters beschikbaar in het dialoogvenster. Enkel de parameters die verschillen, worden hier besproken.
Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.
Parameter |
Omschrijving |
Stijl |
Gebruik de opties in de keuzelijst om de stijl van het bladkader te vervangen, te bewerken of los te koppelen; zie Objectstijlen wijzigen vanuit het Infopalet. Door een objectstijl te wijzigen zullen alle objecten in het bestand die deze stijl gebruiken, aangepast worden. |
Verberg parameters volgens stijl |
Vink deze optie aan om alle parameters die van een stijl afhangen, te verbergen; deze parameters kunt u niet bewerken in het Instellingenvenster of het Infopalet. |
Overspanning/Kanteling/Lengte |
Deze parameters, samen met Hoogte zijn afhankelijk van elkaar. Als u een parameter bewerkt, worden er normaal een of meerdere parameters gewijzigd. |
Instellingen |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Instellingen structuurelement’ te openen en de parameters te bewerken; zie Instellingen structuurelementen |