Eigenschappen van platen
De eigenschappen van een geselecteerde plaat en diens componenten kunt u via het Infopalet bewerken. De parameters in het Infopalet hebben gelijkaardige namen als die in het dialoogvenster ‘Plaatinstellingen’ en staan min of meer in dezelfde volgorde.
Zie Instellingen platen voor een omschrijving van de plaatparameters. Enkel de parameters die verschillen, worden hier besproken.
Klik om de velden te tonen/te vervangen.Klik om de velden te tonen/te vervangen.
|
Veld |
Omschrijving |
|
Stijl |
Hier wordt de huidige plaatstijl weergegeven. Indien gewenst kunt u deze stijl loskoppelen, vervangen of bewerken (zie Plaatstijlen verwijderen en/of vervangen vanuit het Infopalet of Plaatstijlen verwijderen en/of vervangen vanuit het Infopalet). |
|
Randen |
Gebruik de opties in de keuzelijst om het gedrag van de plaatranden te bepalen. U kunt plaatranden automatisch koppelen aan bijbehorende muren of ze manueel definiëren. Merk op: platen kunnen ook bestaan uit een combinatie van automatisch gekoppelde randen en manuele randen. Zie Concept: Automatisch gekoppelde en manuele plaatranden en Modus plaatranden wijzigen. |
|
Componenten |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Plaatcomponenten’ te openen en een of meer plaatcomponenten te definiëren of te bewerken (zie ). Merk op: deze parameter is enkel beschikbaar voor platen zonder stijl. Plaatcomponenten creëren |
|
Randen |
Klik op deze knop de voor elke rand individueel een afstand in te stellen (zie Afstanden van randen instellen). |
|
Plaat gegevens |
Klik op deze knop om plaat-informatie op te halen uit het dialoogvenster Plaatgegevens; zie Instellingen platen. |
|
Oppervlakte |
Hier wordt de oppervlakte van de plaat weergegeven. |
