Afstanden van randen instellen
U kunt voor elke plaatrand een afzonderlijke afstand instellen. Dit kan zowel voor de automatisch gekoppelde als voor de manuele randen van eenzelfde plaat. Bovendien bestaat de mogelijkheid om verschillende afstanden op te geven voor binnenmuren enerzijds en buitenmuren anderzijds.
Om de afstand van de randen in te stellen:
Selecteer de plaat die u wilt bewerken.
Klik op de knop Randen in het Infopalet.
De weergave van de tekening wordt nu aangepast aan de grenzen van de geselecteerde plaat. Tegelijkertijd wordt het dialoogvenster ‘Randen’ geopend. De plaatranden verschijnen in een lijst volgens automatisch toegekende nummers. Ook het gedrag van elk rand wordt hierin aangegeven. Rand 1 is standaard geselecteerd en wordt zowel in het dialoogvenster als in de tekening gemarkeerd.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Randen plaat |
Selecteer één of meer plaatranden om de afstand tussen de plaat en de begrenzing van de plaat in te stellen. Wanneer u een rand selecteert, wordt deze in de tekening gemarkeerd. |
Plaatcomponent |
Selecteer één of meer componenten om de afstand in te stellen. |
Plaats rand tegen |
Bepaal voor automatisch gekoppelde randen waar u de begrenzing van de geselecteerde rand ten opzichte van de hoofdcomponent wilt plaatsen. Wanneer de geselecteerde randen verschillende instellingen hebben, wordt het veld leeg gelaten. |
Afstand tot rand |
Geef voor de geselecteerde componenten de gewenste afstand van de plaat tot de begrenzing van de plaat aan. Wanneer de geselecteerde randen verschillende instellingen hebben, wordt het veld leeg gelaten. |
Schakel de gewenste opties in.
De tekening wordt opnieuw weergegeven zoals voorafgaand aan het openen van het dialoogvenster.