Projectie en richting van texturen

Projectietypes

Het projectietype bepaalt hoe een bepaalde textuur standaard geprojecteerd wordt op verschillende soorten objecten. Er zijn verschillende projectietypes: Bol, Cilinder, Dak, Omtrek, Vlak en Automatisch uitlijnen op oppervlakken. Om de projectie verder aan te passen, kunt u texturen roteren, verplaatsen en verschalen. Gebruik hiervoor het tabblad ‘Rendering’ in het Infopalet. Voor de projectietypes bol, cilinder en vlak kunt u de projectie onmiddellijk op het object wijzigen door middel van het gereedschap Bewerk projectie.

Vlakarceringen nemen de schaal, rotatie en afstand van de rand over van de textuur die op hetzelfde vlak is aangebracht.

Vlakarceringen die aan een textuur gekoppeld zijn, kunnen gecombineerd worden met de volgende projectietypes: Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken en Cilinder. De types Cirkel, Omtrek en Dak worden op dezelfde manier gerenderd als Automatisch uitlijnen op oppervlakken voor vlakarceringen. Vlakarceringen volgen op gebogen oppervlakken echter niet altijd dezelfde richting als texturen, waardoor de resultaten licht kunnen verschillen.

Selecteer in het Infopalet welk projectietype u wilt toepassen (zie Een textuur aan een object toekennen).

Projectietype

Omschrijving

Vlak

Het projectietype Vlak projecteert elk punt van de textuur volgens een vlak dat het textuurvlak van het object bepaalt.

Textures00022.png 

Automatisch uitlijnen op oppervlakken

Het projectietype Automatisch uitlijnen op oppervlakken projecteert de textuur loodrecht op elk oppervlak van een polygonaal object. De projectie gebeurt automatisch. Dit projectietype is vooral bruikbaar voor muren met sculpturen en geïmporteerde objecten in 3DS- (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist) of DXF/DWG-formaat. Gebruik dit projectietype niet voor textuurbeelden (hierop is het gereedschap Bewerk projectie niet toepasbaar).

texture_rendered_auto.png 

Bol

Het projectietype Bol projecteert elk punt van de textuur volgens een bolvorm op het oppervlak van het object.

Textures00025.png 

Cilinder

Het projectietype Cilinder projecteert elk punt van de textuur volgens een cilindervorm op het oppervlak van het object.

Textures00028.png 

De overgangen van de herhalingen bij Bol- en Cilindertypes lijken op textuurcomponenten die zich rondom objecten vouwen of op basis van een afbeelding gecreëerd werden.

seam_shot.png 

Omtrek

Het projectietype Omtrek projecteert de textuur rondom het op het oppervlak van het object. (Bewerk projectie is niet mogelijk)

 texture_rendered_perim.png

Dak

Het projectietype Dak ‘vouwt’ de textuur uit op het dakoppervlak. (Bewerk projectie is niet mogelijk)

texture_rendered_roof.png 

Geïmporteerd

De projectie van het originele SketchUp- of 3ds-model blijft behouden. Alle andere projectieparameters inclusief het gereedschap Bewerk projectie zijn niet beschikbaar.

Vectorworks biedt de mogelijkheid om andere projectietypes toe te kennen aan de verschillende onderdelen van een geïmporteerd draadwerk. Een dergelijk object kan dus perfect een combinatie bevatten van geïmporteerde en op maat gemaakte projectietypes. Het gereedschap Bewerk projectie kunt u enkel gebruiken voor díe delen die Vlak, Bol of Cilinder als projectietype hebben.

De beschikbare projectietypes zijn afhankelijk van het soort object waarvoor u het projectietype wilt instellen.

Type object

Beschikbare projectietypes

Extrusies

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder, Omtrek

Draadwerkobjecten

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder, Geïmporteerd

Daken

Dak

Platen (vloeren)

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder

Primitieve volumes (bol, halve bol, kegel)

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder

SUI volumes, extrusies lang pad, conische extrusies

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder, Omtrek

Wentelingen

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder, Omtrek

Muren

Vlak, Automatisch uitlijnen op oppervlakken, Bol, Cilinder

Texturen en richting projectie

Naast de vorm van het object, wordt het uitzicht van een textuur ook bepaald door de richting waarin het object werd getekend (dit is het geval voor muren en 3D-polygonen). Texturen op 3D-polygonen lopen evenwijdig met het eerste segment.

Textures00031.png 

Richting muurtexturen

Het beginpunt en de richting waarin de muur werd getekend, zijn bepalend voor de projectie van de textuur. U kunt texturen aanbrengen op de linkerzijde, rechterzijde en het midden van de muur (en eventueel op de bovenzijde, onderzijde, openingen en aan het beginpunt en het eindpunt). Het midden van een muur blijft steeds hetzelfde, maar de linker- en rechterzijdes zijn gebaseerd op de tekenrichting. Wanneer u een muur met de klok mee tekent, ligt de linkerzijde aan de buitenkant (dit is de aangeraden methode). Zie De richting van muren.

Merk op: de functie om een textuur toe te kennen aan bestaande muren is beschikbaar in alle Vectorworksmodules, maar om muren te creëren heeft u een uitbreidingsmodule nodig.

Een textuur die aan het midden van een muur is toegekend, zal zichtbaar zijn aan de uiteinden.

Als de muurtextuur niet correct is aangebracht, selecteert u de muur en klikt u op de knop Muurrichting omkeren in het tabblad ‘Object’ van het Infopalet. Hierdoor verandert de muur van richting en zal de textuur op de tegenoverliggende zijde worden aangebracht.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Een textuur aan een object toekennen

Het gereedschap Bewerk projectie