Digitale tekeningenset

Commando	Locatie
Digitale tekeningenset	Bestand

Met het commando Digitale tekeningenset kunt op basis van de aanwezige ontwerplagen in uw tekening een reeks presentatielagen creëren en deze volgens een vast systeem benoemen. Dit is bijvoorbeeld handig bij het indienen van een digitale bouwaanvraag, waarbij mogelijk voldaan moet worden aan een specifieke naamgeving. Het gebruik van het commando Digitale tekeningenset vergemakkelijkt en versnelt dit proces in die zin dat de gebruiker slechts een minimum aan input moet leveren. De afkortingen waarmee de bestandsnamen worden samengesteld, beantwoorden volledig aan de normen van de Vlaamse overheid. Voor een overzicht van de gebruikte afkortingen en geldende normen, kunt u terecht op deze website.

Let wel op: de reeks presentatielagen die hieruit voortkomen, vormen geen voltooide uitgave. Na creatie van de presentatielagen is het aan de gebruiker om de opmaak van de pagina’s te verzorgen, het dpi in te stellen en eventueel bladkaders toe te voegen (zie Een document opmaken en Concept: Bladkaders gebruiken).

Om een digitale tekeningenset te creëren:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Digitale tekeningenset’ wordt geopend.

Veld	Omschrijving
Ontwerplaag	In deze kolom staan alle ontwerplagen die aanwezig zijn in het actieve document.
ZV	Plaats een vinkje ter hoogte van de ontwerplagen waarvoor u een zichtvenster wilt creëren. Of: pas een globale optie toe door het vakje boven de kolom aan te vinken. Hierdoor worden zichtvensters gecreëerd voor alle presentatielagen.
Uitgave	Dit is de uitgave waartoe het document behoort. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om de Uitgave aan te passen. Of: Wijs alle items in de lijst toe aan eenzelfde uitgave door het vakje boven de kolom aan te vinken en in het veld erlangs de gewenste optie te selecteren. U heeft de keuze uit Voorontwerp (VO), Bouwaanvraag (BA), Uitvoeringsplan (UP) en Constructietekening (CT).
Voorwerp-ID	Dit is het specifieke voorwerp waarop de tekening betrekking heeft. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om het Voorwerp-ID aan te passen. Of: stel voor alle items in de lijst eenzelfde Voorwerp-ID in door het vakje boven de kolom aan te vinken en in het veld erlangs de gewenste optie te selecteren.
Tekeningsoort	Dit is het soort tekening. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om de Tekeningsoort aan te passen.
Toestand	Dit is de toestand (V-Vergund, B-Bestaand of N-Nieuw) van het voorwerp in de tekening. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om de Toestand aan te passen. Of: stel voor alle items in de lijst eenzelfde Toestand in door het vakje boven de kolom aan te vinken en in het veld erlangs de gewenste optie te selecteren.
Volgnummer	Dit is het volgnummer van de presentatielaag. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om het Volgnummer aan te passen. Zorg ervoor dat elke presentatielaag een uniek volgnummer heeft.
Vrije tekst	Dit is extra informatie over de presentatielaag. Klik op de knop Bewerk regel of dubbelklik op de rij om de Vrije tekst aan te passen. Of: voeg aan alle items in de lijst de datum of naam van het Vectorworksbestand toe door het vakje boven de kolom aan te vinken en in het veld erlangs de gewenste optie te selecteren. Merk op: dit veld is niet verplicht voor een bouwaanvraag en is enkel bedoeld als informatie voor de gebruiker.
Bewerk regel	Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Bewerk regel te openen. Pas hierin de velden Uitgave, Voorwerp-ID, Tekeningsoort, Toestand, Volgnummer en Vrije tekst aan. Merk op: dit is alleen mogelijk voor velden waarvoor geen globale optie van toepassing is.
Beheer gegevens	Klik op deze knop om het gelijknamige dialoogvenster te openen. Hier heeft u de mogelijkheid om extra gegevens toe te voegen aan de verschillende categoriën voor de naamgeving. De toegevoegde regels worden zodra u bevestigt met OK, beschikbaar in de globale keuzelijsten in het dialoogevenster ‘Digitale tekeningenset’ en in de keuzelijsten in het dialoogvenster ‘Bewerk regel’.
Naam presentatielaag	Dit is hoe de naam van de presentatielaag eruit zal zien bij creatie van de digitale tekeningenset. Vink de velden aan die u wenst op te nemen in de naam van de presentatielaag en geef het gewenste scheidingsteken op.
Naam zichtvenster	Dit is hoe de naam van het zichtvenster eruit zal zien bij creatie van de digitale tekeningenset. Vink de velden aan die u wenst op te nemen in de naam van het zichtvenster en geef het gewenste scheidingsteken op.

Bepaal de samenstelling van de namen.

De presentatielagen worden in het actieve document gecreëerd. De eigenschappen van deze lagen kunt u aanpassen via het Organisatievenster (zie Eigenschappen van presentatielagen).

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~