Muurstijlen gebruiken
Als u met muurstijlen werkt, kunt u een bewaarde set van instellingen gemakkelijk opnieuw selecteren en aan een bestaande of een nieuwe muur toekennen. Muurstijlen zijn hulpbronnen en kunt u dus importeren in andere bestanden of delen met uw collega’s.
Muurstijlen bevatten informatie over:
de samenstelling en structuur (componenten in het geval van gewone muren en stijlen, regels en panelen voor vliesgevels)
de invoegopties (hoogtebegrenzingen, kapjes, klassen, en gegevens voor energieanalyseberekeningen (Vectorworks Architectuur vereist))
de muurkenmerken (vulling, lijnkenmerken, klassen, Renderworkstexturen en lijnarceringen)
de verticale muurbegrenzingen (op basis van het peil van de laag, de muurhoogte of, indien u over Vectorworks Architectuur en interieur beschikt, de bouwlaagonderdelen)
de begrenzingen van componenten
andere niet-meetkundige gegevens (naam van de muurstijl, thermische gegevens, productgegevens enz.)
Vliesgevelstijlen zijn gebaseerd op de rasterdefinitie uit het tabblad Samenstelling van het dialoogvenster ‘Muur’. Wijzigingen op maat aan de profielen en panelen van een geselecteerde vliesgevel kunnen niet worden opgeslagen als onderdeel van een stijl.
Precies omdat een muurstijl veel informatie bevat, kan het heel wat tijd kosten om vanaf nul een muurstijl te creëren. Er bestaat echter al een verscheidenheid aan muurstijlen in de bibliotheken en, voor gebruikers van Vectorworks Architectuur, i, de Architectuur-sjablonen. Als u één van deze muurstijlen selecteert, wordt deze automatisch in het actieve bestand geïmporteerd en weergegeven in het Hulpbronnenbeheer.
Om een geselecteerde met een muurstijl om te zetten naar een muur zonder stijl, kiest u in de keuzelijst Muurstijl van het Infopalet de optie ‘Ontkoppel muurstijl’.
De invoegopties van een muur met muurstijl (inclusief de hoogte van de muur en zijn componenten, begrenzingen, klasse en kapjes) zijn eigenschappen die u kunt wijzigen via het Infopalet, zonder dat u hiervoor een nieuwe stijl moet definiëren.
Met het commando Creëer rapport in het menu Extra > Rapporten kunt u rekenbladen toevoegen aan de tekening als overzicht van alle gebruikte muurstijlen en -oppervlakten. Of: ga in het Hulpbronnenbeheer naar de volgende locatie: Vectorworksbibliotheek\Standaarden\Rapporten_Schemas\Standaardrapport architectuur.vwx. Sleep het rekenblad ‘Muuroppervlakten’ en/of ‘Objecten met IFC’ naar de tekening. Alle objecten die aanwezig zijn in de huidige tekening, worden in het rekenblad opgenomen met bijbehorende informatie.
Zie Hulpbronnen exporteren om een muurstijl via het Hulpbronnenbeheer te exporteren naar een ander Vectorworksbestand. Om een bepaalde muurstijl op maat aan de standaardinhoud van de Vectorworksbibliotheek toe te voegen, plaatst u het bestand met de muurstijl in de geschikte standaardenmap. Zie Gebruikers- en werkgroepbibliotheken creëren voor meer informatie.
Ongebruikte muurstijlen kunt u uit een bestand verwijderen met behulp van het commando Opruimen (zie Een bestand opruimen).