Wandelen door een model
| 
             Methode  | 
          
             Gereedschap  | 
          
             Gereedschappenset  | 
          
             Sneltoets  | 
        
| 
             Verplaats horizontaal 
  | 
          
             Wandel door 
  | 
          
             Visualisatie  | 
          
             Shift+U  | 
        
Om door een model te wandelen:
Activeer het gereedschap en selecteer de methode.
Klik in de tekening en houd de muisknop ingedrukt.
Met deze eerste muisklik definieert u het beginpunt, in de tekening aangegeven met een kruisje. Met behulp van dit beginpunt kunt u het tempo van de wandeling bepalen. Hoe verder weg van het controlepunt u met de muis beweegt, hoe sneller de wandeling. Keer met de muis terug naar het beginpunt om de beweging te vertragen of te onderbreken. Om de wandeling te stoppen, laat u de muisknop los.
Beweeg de muis omhoog (vooruit), omlaag (achteruit), links en rechts om door de tekening te wandelen.
De coördinatenbalk geeft u real-time informatie over de wandeling.
Om de kijkhoek of de ooghoogte te veranderen, gebruikt u de sneltoetsen en voert u de gepaste beweging uit.
| 
             Sneltoets  | 
          
             Omschrijving  | 
        
| 
             Alt-toets (Win) of Option-toets (Mac)  | 
          
             Beweeg de muis om de camera omhoog/omlaag te kantelen (Kant. cam.) of naar recht/links te roteren (Rot. cam.); de positie van de kijker en de ooghoogte blijven daarbij ongewijzigd. Beweeg de muis onder een bepaalde hoek om de camera tegelijkertijd te laten kantelen en roteren.  | 
        
| 
             Shift-toets  | 
          
             Hierdoor wordt tijdelijk de methode Verplaats horizontaal ingeschakeld. Beweeg de muis om de ooghoogte te veranderen; de X- en Y-positie van de kijker en de kijkhoek blijven ongewijzigd.  | 
        
