Een lagenkoppeling bijsnijden

Het bijsnijden van een lagenkoppeling is vergelijkbaar met het bijsnijden van een zichtvenster (zie Bestaande zichtvensters bijsnijden). Het is alleen niet mogelijk om de ruimte rond de bijsnijding weer te geven zoals bij een presentatielaag- of ontwerplaagzichtvenster. Wanneer u een lagenkoppeling bijsnijdt, wordt slechts een deel van de lagenkoppeling getoond; vergroot de schaalfactor van de laag voor een gedetailleerde weergave. Ook lagenkoppelingen die wergroep- of geabonneerde lagen bevatten, kunnen worden bijgesneden.

Om een lagenkoppeling bij te snijden:

Selecteer een bestaande lagenkoppeling.

Ontgrendel de langenkoppeling door middel van het commando Bewerk > Ontgrendel.

Klik op de knop Bewerk bijsnijding in het Infopalet om de bewerkmodus te activeren.

Of: klik met de rechtermuisknop op een lagenkoppeling en selecteer het commando Bewerk bijsnijding in het contextmenu.

Een gekleurde rand rond het tekenvenster geeft aan dat u in bewerkingsmodus bent. Het commando Verlaat bijsnijding wordt beschikbaar in het menu Bewerk en in de rechterbovenhoek van de tekenzone vindt u de knop Verlaat bijsnijding.

Creëer een gesloten 2D-object (bijvoorbeeld een rechthoek, cirkel of polylijn). Het 2D-object moet een oppervlakte beslaan; een 2D-lijn kan dus niet worden gebruikt. Plaats het 2D-object op de lagenkoppeling om aan te geven welke zone in de nieuwe lagenkoppeling moet worden opgenomen. Het bijsnijdingsobject kan geen vulling hebben, maar u kunt wel een lijntype kiezen via het Kenmerkenpalet zolang u in bewerkmodus bent. Stel het lijntype in op Geen (of de klasse van het bijsnijdingsobject op onzichtbaar) om het bijsnijdingsobject te verbergen.

Pas de weergave aan met behulp van het gereedschap Vlieg over (zie Vlieg over).

L_link_crop1.png 

Klik op de knop Verlaat bijsnijding of selecteer het menucommando Bewerk > Verlaat bijsnijding om terug te keren naar de tekening.

De bijgesneden lagenkoppeling wordt weergegeven. De status Bijgesneden in het Infopalet staat nu op Ja.

Vergroot eventueel de schaalfactor van de ontwerplaag waarop de lagenkoppeling is gecreëerd, en maak andere lagen zichtbaar om een uitgebreid grondplan weer te geven (oorspronkelijke ontwerplaag) samen met een gedetailleerd grondplan (ingezoomde, bijgesneden lagenkoppeling).

L_link_crop2.png 

Om de bijgesneden lagenkoppeling te wijzigen of verwijderen, selecteert u de lagenkoppeling en klikt u in het Infopalet op de knop Bewerk bijsnijding om de bewerkmodus opnieuw te activeren. Klik op de knop Verlaat bijsnijding of selecteer het menucommando Bewerk > Verlaat bijsnijding om terug te keren naar de tekening.

Wanneer u een zichtvenster van een bijgesneden lagenkoppeling creëert, krijgt u in dit zichtvenster de volledige lagenkoppeling te zien.

Een lagenkoppeling creëren