Detailaanduidingen toevoegen en verwijderen
Detailaanduidingen die aan een detailzichtvenster gekoppeld zijn, kunnen aan ontwerplagen of de aantekeningen van zichtvensters worden toegevoegd of ervan worden verwijderd. Via het Infopalet van een detailzichtvenster hebt u bovendien makkelijk toegang tot diens detailaanduidingen.
Om een detailaanduiding te bewerken of weer te geven in het Infopalet:
Selecteer het detailzichtvenster dat gekoppeld is aan de detailaanduiding die u wilt bewerken of weergeven in het Infopalet.
Klik op de knop Detailaanduidingen het Infopalet.
Het dialoogvenster ‘Detailaanduidingen’ wordt geopend.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Zichtvenster |
Hier staat de naam van het geselecteerde detailzichtvenster. |
Tabblad Ontwerplagen/Zichtvensters |
Op de tabbladen Ontwerplagen/Zichtvensters vindt u de namen van alle ontwerplagen (tabblad Ontwerplagen) en alle andere presentatielaagzichtvensters en snedevensters (tabblad Zichtvensters) in het document. Items met een detailaanduiding die gekoppeld is aan het geselecteerde detailzichtvenster, hebben een vinkje voor hun naam staan. Klik in de linker kolom om detailaanduidingen toe te voegen of te verwijderen. Zelfs wanneer u alle detailaanduidingen verwijdert, heeft dit geen invloed op het detailzichtvenster; u kunt op elk moment een nieuwe detailaanduiding creëren. Verwijdert u daarentegen een detailzichtvenster, dan worden wel alle detailaanduidingen van dat detailvenster verwijderd. |
Ga naar zichtvenster |
Wanneer u een item met een vinkje selecteert, navigeert u naar de daaraan gekoppelde detailaanduiding in de tekening. Of, dubbelklik op het item om naar de detailaanduiding te navigeren. Om via een detailaanduiding terug te keren naar het gekoppelde detailzichtvenster, selecteert u de detailaanduiding en klikt u in het Infopalet op de knop Ga naar zichtvenster. |