Dialoogvenster ‘Organisatie’
Commando |
Locatie |
Weergavebalk |
Sneltoets |
Organisatie |
Extra |
Ctrl+Shift+O (Windows) Cmd+Shift+O (Mac) |
Gebruik het dialoogvenster ‘Organisatie’ om structuur aan te brengen in uw tekening. Dit dialoogvenster beschikt over specifieke functies waarmee u de elementen in de lijst kunt rangschikken, selecteren en bewerken (zie Keuzelijsten in dialoogvensters bewerken).
Om het Organisatievenster te gebruiken:
Selecteer het commando of klik op de knop in de Weergavebalk.
Of: selecteer de optie Bewerk tekenzones in het menu Tekenzone in de Weergavebalk.
Het dialoogvenster ‘Organisatie’ wordt geopend.
Selecteer het tabblad van het onderdeel waarvan u de instellingen wenst te bewerken.
Selecteer rechts bovenaan de optie Details of Zichtbaarheid.
Over het algemeen toont de weergave Details de huidige instellingen voor elk onderdeel en kunt u er de zichtbaarheid van lagen en klassen bewerken. In de weergave Zichtbaarheid kunt u de zichtbaarheid van lagen en klassen instellen voor zichtvensters en bewaarde tekenzones (zie Zichtbaarheidskolommen).
Met behulp van de knoppen onderaan elk tabblad kunt u onderdelen beheren. U kunt ook rechts klikken op een item in de lijst om een contextmenu te openen, waarvan de meeste functies overeenkomen met de knoppen op de tabbladen.
Tabblad Klassen
De omschrijving die u ingeeft voor een klasse verschijnt in een hulpballon wanneer u de cursor op de klassenaam plaatst. Als u in Windows werkt, klikt u op de pijl in de hulpballon om deze in of uit te klappen.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop / commando |
Functie |
Zoekveld |
Voer tekst in om te filteren op de naam van de klasse. |
Filter |
Selecteer een filter voor de lijst. |
Beheer filters (alleen knop) |
Klik op deze knop om een dialoogvenster te openen waarmee u filters voor de klassenlijst kunt toevoegen, verwijderen of importeren (zie Klassen en lagen filteren en labelen). |
Nieuw (knop en commando) |
Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Nieuwe klasse’ (zie Klassen creëren). Wanneer u een nieuwe klasse creëert, wordt deze niet automatisch de actieve klasse. Tip: Om snel klassen binnen een hiërarchische structuur toe te voegen, selecteert u een bestaande rij op het gewenste niveau. Vervolgens creëert u een nieuwe klasse. De nieuwe klasse zal standaard de prefix van de geselecteerde klasse overnemen. Als u bijvoorbeeld de klasse “Arch-Muur-Buiten” selecteerde bij het creëren van een nieuwe klasse, dan zal Arch-Muur- dienen als de standaard prefix. |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een klasse en klik op Bewerk om de klasse te bewerken via het dialoogvenster ‘Bewerk klassen’. Zie Eigenschappen van klassen bewerken. Deze optie is niet beschikbaar wanneer de klassen hiërarchisch worden weergegeven en u de titel van een klassengroep selecteert. |
Labels toekennen (alleen commando) |
Selecteer dit commando om het dialoogvenster ‘Labels toekennen’ te openen; hiermee kunt u labels aan een item toevoegen of ervan verwijderen. Gebruik labels om de klassenlijst te rangschikken en om klassen- en lagenfilters te definiëren. Zie Labels toekennen. |
Dupliceer (knop en commando) |
Selecteer een klasse en klik op Dupliceer om een kopie van deze klasse aan te maken. De kopie zal dezelfde naam krijgen als de originele klasse met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld meubelen2). Als de naam van de klasse eindigt op een nummer, wordt het volgende beschikbare nummer gebruikt. Deze optie is niet beschikbaar wanneer de klassen hiërarchisch worden weergegeven en u de titel van een klassengroep selecteert. Labels die aan een klasse zijn toegekend, worden mee gedupliceerd. |
(knop en commando) |
Selecteer een klasse en klik op Verwijder om de klasse te verwijderen via het dialoogvenster dat verschijnt. Bij klassen bepaalt u ook wat er dient te gebeuren met de objecten die zich in de geselecteerde klasse bevinden: verwijderen of verplaatsten naar een andere klasse. Alle objecten in de verwijderde klasse(n) worden naargelang de instellingen verplaatst naar de opgegeven klasse of verwijderd. Deze optie is niet beschikbaar wanneer de klassen hiërarchisch worden weergegeven en u de titel van een klassengroep selecteert. Merk op: het is niet mogelijk om de klassen Geen en Maatlijnen te verwijderen aangezien dit standaardklassen zijn in elke tekening. |
Voorvertoning (knop) |
Klik op deze knop voor een voorvertoning van de huidige instellingen in de tekenzone. |
Klassenlabels (alleen knop) |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Standaard klassenlabels’ te openen; hiermee kunt u Standaard labels creëren die kunnen worden toegekend vanuit het Organisatievenster en het Navigatiepalet. Geef de namen op voor de labels. Scheid ze door op de toetsen Enter (Windows) of Return (Mac) te drukken. |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle klassen te selecteren. |
Hiërarchische weergave (knop en commando) |
Klik hier om de hiërarchische weergave van de klassen aan of uit te schakelen. Er zijn extra opties beschikbaar om de hiërarchische weergave op verschillende niveaus te regelen en om de zichtbaarheid van de klassen in te stellen. Zie Klassen hiërarchisch weergeven. |
Alles openklappen (commando) |
Voer dit commando uit bij een hiërarchische weergave om alle klassen in het bestand weer te geven. |
Alles dichtklappen (commando) |
Voer dit commando uit bij een hiërarchische weergave om enkel de klassen op het hoogste niveau (de klassen zonder koppelteken in de naam) en de titels van klassengroepen weer te geven in de lijst. |
Tabblad Ontwerplagen
Namen van geabonneerde ontwerplagen zijn schuingedrukt, namen van gereserveerd ontwerplagen uit een gedeeld project zijn blauw. De omschrijving die u ingeeft voor een ontwerplaag verschijnt in een hulpballon wanneer u de cursor op de naam van de laag plaatst. Voor een geabonneerde laag verschijnt in de hulpballon eveneens de volledige naam en het bronbestand van de laag. Als u in Windows werkt, klikt u op de pijl in de hulpballon om deze in of uit te klappen.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop / commando |
Functie |
Zoekveld |
Voer tekst in om te filteren op de naam van de klasse. |
Filter |
Selecteer een filter voor de lijst. |
Beheer filters (alleen knop) |
Klik op deze knop om een dialoogvenster te openen waarmee u filters voor de lagenlijst kunt toevoegen, bewerken, verwijderen of importeren (zie Klassen en lagen filteren en labelen). |
Nieuw (knop en commando) |
Klik op deze knop om een nieuwe ontwerplaag te creëren via het dialoogvenster ‘Nieuwe ontwerplaag’. Zie Lagen creëren. Een nieuwe laag wordt automatisch als de actieve laag ingesteld. |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een ontwerplaag en klik op Bewerk om de laag te bewerken via het dialoogvenster ‘Bewerk ontwerplagen’. Zie Eigenschappen van ontwerplagen bewerken. |
Labels toekennen (alleen commando) |
Selecteer dit commando om het dialoogvenster ‘Labels toekennen’ te openen; hiermee kunt u labels aan een item toevoegen of ervan verwijderen. Gebruik labels om klassen- en lagenfilters te definiëren. Zie Labels toekennen. |
Dupliceer (knop en commando) |
Selecteer een laag en klik op Dupliceer om een kopie van deze laag te creëren. De kopie zal dezelfde naam krijgen als de originele laag met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld eerste verdieping-2). Als de naam van de laag eindigt op een nummer, wordt het volgende beschikbare nummer gebruikt. Bij lagen worden de objecten op deze lagen mee gedupliceerd |
Verwijder (knop en commando) |
Selecteer een ontwerplaag en klik op deze knop om de laag te verwijderen. Bevestig dat u de laag wilt verwijderen door op Ja te klikken. Wanneer u een ontwerplaag van de tekening verwijdert, worden hierbij ook alle objecten op die laag verwijderd. Merk op: er moet ten minste één ontwerplaag in de tekening overblijven. |
Voorvertoning (knop) |
Klik op deze knop voor een voorvertoning van de huidige instellingen in de tekenzone. |
Lagenlabels (alleen knop) |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Lijst standaardlabels voor lagen’ te openen; hiermee kunt u Standaard labels creëren die kunnen worden toegekend vanuit het Organisatievenster en het Navigatiepalet. Geef de namen op voor de labels. Scheid ze door op de toetsen Enter (Windows) of Return (Mac) te drukken. |
Tekenformaat (knop) |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Tekenformaat’ te openen (zie Het tekenformaat bepalen). |
Abonnementen bijwerken (commando) |
(enkel voor ontwerplagen) Dit commando is alleen beschikbaar wanneer u in dit bestand een geabonneerde ontwerplaag heeft geïmporteerd. Om de abonnementen bij te werken aan de hand van informatie uit het bronbestand, klikt u met de rechtermuisknop op de laag en selecteert u het commando Abonnementen bijwerken in het contextmenu. Zie Abonnementen. |
Reserveren (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een laag te reserveren zodat u ze kunt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de laag en selecteert u het commando Reserveren in het contextmenu. De naam van een laag die gereserveerd is, wordt in het blauw weergegeven. Zie Tabblad Lagen. |
Vrijgeven (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een door u gereserveerde laag vrij te geven zodat andere medewerkers van het project de laag kunnen bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de laag en selecteert u het commando Vrijgeven in het contextmenu. Zie Tabblad Lagen. |
Vrijgeven als beheerder (alleen commando) |
Beschikbaar indien u in een gedeeld project werkt en u over beheerdersrechten beschikt. Selecteer een laag. Selecteer dan Vrijgeven als beheerder om een laag gereserveerd door een andere gebruiker vrij te geven. Zie Tabblad Lagen. |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle ontwerplagen te selecteren. |
Tabblad bouwlagen
In Vectorworks Architectuur is er ook het tabblad Bouwlagen (zie 3D-model opmaken met bouwlagen).
Tabblad Presentatielagen
Namen van gereserveerde presentatieplagen uit een gedeeld project krijgen een blauwe kleur. De omschrijving die u ingeeft voor een presentatielaagplaag verschijnt in een hulpballon wanneer u de cursor op de naam van de laag plaatst. Als u in Windows werkt, klikt u op de pijl in de hulpballon om deze in of uit te klappen.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop / commando |
Functie |
Zoekveld |
Voer tekst in om te filteren op de naam van de klasse. |
Filter |
Selecteer een filter voor de lijst. |
Beheer filters (alleen knop) |
Klik op deze knop om een dialoogvenster te openen waarmee u filters voor de lagenlijst kunt toevoegen, bewerken, verwijderen of importeren (zie Klassen en lagen filteren en labelen). |
Nieuw (knop en commando) |
Klik op Nieuw om een nieuwe presentatielaag te creëren via het dialoogvenster ‘Nieuwe presentatielaag’. Zie Lagen creëren. Een nieuwe laag wordt automatisch als de actieve laag ingesteld. |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een presentatielaag en klik op Bewerk om een presentatielaag te bewerken via het dialoogvenster ‘Bewerk presentatielagen’. Zie Eigenschappen van presentatielagen. |
Labels toekennen (alleen commando) |
Selecteer dit commando om het dialoogvenster ‘Labels toekennen’ te openen; hiermee kunt u labels aan een item toevoegen of ervan verwijderen. Gebruik labels om klassen- en lagenfilters te definiëren. Zie Labels toekennen. |
Dupliceer (knop en commando) |
Selecteer een presentatielaag en klik op Dupliceer om een kopie van deze laag aan te maken. De kopie zal dezelfde naam krijgen als de originele laag met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld presentatie klant-2). De kopie zal ook het nummer van de originele laag overnemen met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld presentatie klant-2). Als de naam van de laag eindigt op een nummer, wordt het volgende beschikbare nummer gebruikt. |
Verwijder (knop en commando) |
Selecteer een presentatielaag en klik op deze knop om de laag te verwijderen. Bevestig dat u de laag wilt verwijderen door op Ja te klikken. |
Voorvertoning (knop) |
Klik op deze knop voor een voorvertoning van de huidige instellingen in de tekenzone. |
Lagenlabels (alleen knop) |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Lijst standaardlabels voor lagen’ te openen; hiermee kunt u Standaard labels creëren die kunnen worden toegekend vanuit het Organisatievenster en het Navigatiepalet. Geef de namen op voor de labels. Scheid ze door op de toetsen Enter (Windows) of Return (Mac) te drukken. |
Reserveren (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een laag te reserveren zodat u ze kunt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de laag en selecteert u het commando Reserveren in het contextmenu. De naam van een laag die gereserveerd is, wordt in het blauw weergegeven. Zie Tabblad Lagen. |
Vrijgeven (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een door u gereserveerde laag vrij te geven zodat andere medewerkers van het project de laag kunnen bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op de laag en selecteert u het commando Vrijgeven in het contextmenu. Zie Tabblad Lagen. |
Vrijgeven als beheerder (alleen commando) |
Beschikbaar indien u in een gedeeld project werkt en u over beheerdersrechten beschikt. Selecteer een laag. Selecteer dan Vrijgeven als beheerder om een laag gereserveerd door een andere gebruiker vrij te geven. Zie Tabblad Lagen. |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle presentatielagen te selecteren. |
Tabblad Zichtvensters
Namen van gereserveerde zichtvensters uit een gedeeld project krijgen een blauwe kleur.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop/Commando |
Functie |
Zoekveld |
Voer tekst in om te filteren op de naam van de klasse. |
Nieuw (knop en commando) |
Klik op Nieuw om een nieuw zichtvenster te creëren via het dialoogvenster ‘Zichtvenster’. Voor zichtvensters op een presentatielaag: zie Een zichtvenster op een presentatielaag creëren. Voor zichtvensters op een ontwerplaag (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist): zie Geabonneerd zichtvenster op ontwerplaag. |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een zichtvenster en klik op Bewerk om een zichtvenster te bewerken via het dialoogvenster dat verschijnt (zie Instellingen van zichtvensters). |
Dupliceer (knop en commando) |
Selecteer een zichtvenster en klik op Dupliceer om een kopie van dit zichtvenster te maken. De kopie zal dezelfde naam krijgen als het originele zichtvenster met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld gedetailleerd-2). Als de naam van het zichtvenster eindigt op een nummer, wordt het volgende beschikbare nummer gebruikt. De kopie zal ook de titel van de presentatietekening overnemen van het originele zichtvenster. Als het originele zichtvenster een referentieaanduiding heeft, wordt voor het nummer van de presentatietekening het volgende beschikbare nummer gebruikt. De kopie wordt rechtstreeks bovenop het originele zichtvenster en in de originele presentatielaag geplaatst. |
Verwijder (knop en commando) |
Selecteer een zichtvenster en klik op Verwijder om het zichtvenster te verwijderen. Bevestig dat u het zichtvenster wilt verwijderen door op Ja te klikken. |
Voorvertoning (knop) |
Klik op deze knop voor een voorvertoning van de huidige instellingen in de tekenzone. |
Reserveren (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een zichtvenster te reserveren zodat u ze kunt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op het zichtvenster en selecteert u het commando Reserveren in het contextmenu. De naam van een zichtvenster dat gereserveerd is, wordt in het blauw weergegeven. |
Vrijgeven (commando) |
Dit commando is alleen beschikbaar als u in een gedeeld project werkt. Om een door u gereserveerd zichtvenster vrij te geven zodat andere medewerkers van het project het zichtvenster kunnen bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op het zichtvenster en selecteert u het commando Vrijgeven in het contextmenu. |
Vrijgeven als beheerder (alleen commando) |
Beschikbaar indien u in een gedeeld project werkt en u over beheerdersrechten beschikt. Selecteer een zichtvenster. Selecteer dan Vrijgeven als beheerder om een zichtvenster gereserveerd door een andere gebruiker vrij te geven. |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle zichtvensters te selecteren. |
Tabblad Bewaarde tekenzones
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop/Commando |
Functie |
Zoekveld |
Voer tekst in om te filteren op de naam van de klasse. |
Nieuw (knop en commando) |
Klik op Nieuw om het dialoogvenster ‘Bewaar tekenzone’ te openen (zie Bewaarde tekenzones creëren). |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een bewaarde tekenzone en klik op Bewerk om deze te bewerken via het dialoogvenster ‘Bewerk tekenzone’ (zie Bewaarde tekenzones bewerken). |
Dupliceer (knop en commando) |
Selecteer een bewaarde tekenzone en klik op Dupliceer om een kopie van deze bewaarde tekenzone te maken. De kopie zal dezelfde naam krijgen als de originele tekenzone met toevoeging van een nummer (bijvoorbeeld tekenzone-2). Als de naam van de tekenzone eindigt op een nummer, wordt het volgende beschikbare nummer gebruikt. |
Verwijder (knop en commando) |
Selecteer een bewaarde tekenzone en klik op Verwijder om de tekenzone te verwijderen. Bevestig dat u de tekenzone wilt verwijderen door op Ja te klikken. |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle bewaarde tekenzones te selecteren. |
Tabblad Abonnementen
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Knop/Commando |
Functie |
Nieuw (knop en commando) |
Klik op Nieuw om een nieuw abonnement te creëren via het dialoogvenster ‘Open bestand’. Voor abonnementen op een laag: zie Abonnementen weergegeven als laag toevoegen en bewerken. Voor abonnementen op ontwerplaagzichtvensters (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist): zie Geabonneerd zichtvenster op ontwerplaag. |
Bewerk (knop en commando) |
Selecteer een geabonneerd bestand en klik op Bewerk om het bestand te bewerken via het dialoogvenster ‘Abonnement’. Voor abonnementen op een laag: zie Abonnementen weergegeven als laag toevoegen en bewerken. Voor abonnementen op ontwerplaagzichtvensters (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist): zie Geabonneerd zichtvenster op ontwerplaag. |
Verwijder (knop en commando) |
Selecteer een geabonneerd bestand en klik op Verwijder om het bestand te verwijderen. Bepaal in het dialoogvenster ‘Verwijder abonnement’ wat u wilt doen met de objecten die gebruikmaken van de hulpbronnen die u gaat verwijderen. Zie Abonnementen verwijderen. |
Bijwerken (knop en commando) |
Selecteer een geabonneerd bestand en klik op Bijwerken om het bestand bij te werken met informatie uit het hoofdbestand. Zie Abonnementen bijwerken. |
Instellingen (knop) |
Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Abonnementen - Instellingen’ te openen (zie Abonnementen - Instellingen). |
Selecteer alles (commando) |
Voer dit commando uit om alle abonnementen te selecteren. |