ArchLand.pngConstructie-elementen creëren

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

Methodes voor Lijnen creëren

Constructie-element

 

Detaillering

Met het gereedschap Constructie-element kunt u een individueel constructie-element toevoegen aan een dak of een dakgebinte. Dit wordt gebruikt voor detailafwerking.

Opgelet: constructie-elementen in bestanden gemaakt met een versie van Vectorworks Architectuur vóór 2009 zijn verouderd.

Om een constructie-element te creëren:

Activeer het gereedschap en de methode.

Klik om het beginpunt te bepalen. Klik nogmaals om het eindpunt en de rotatie te bepalen. Als u het gereedschap voor de eerste keer in een bestand gebruikt, verschijnt het instellingenvenster van het gereedschap automatisch. Stel de standaardwaarden in. Nadien kunt u de parameters wijzigen via het Infopalet.

Het beginpunt en de richting waarin het constructie-element wordt getekend, is bepalend. Wanneer in 2D/Planaanzicht een enkel constructie-element is geselecteerd, verschijnt op het beginpunt een blauwe pijl om de richting van het object aan te geven.

FrameMember_Dir.png 

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Rotatie

Geef op hoeveel graden u het constructie-element wilt roteren.

Overspanning

Geef de horizontale lengte op die het constructie-element overspant op het grondplan. Betreft het een spar/keper, geef dan de horizontale afstand op vanaf de binnenzijde van de dragende muur tot aan de binnenzijde van de nokbalk.

FrameMember_Dims.png 

De parameters voor de Overspanning, Lengte en Hoek staan los van elkaar en worden automatisch berekend. Wanneer u de overspanning wijzigt, wordt de lengte herberekend; de hoek blijft behouden.

Lengte

Geef de lengte op van het constructie-element.

Wanneer u de lengte wijzigt, wordt de hoek herberekend; de overspanning blijft behouden.

Breedte

Geef de profielbreedte op van het constructie-element.

Hoogte

Geef de profielhoogte op van het constructie-element.

Type

Selecteer uit de lijst het type constructie-element dat u wilt creëren: spar/keper, massief hout, houten vakwerk, stalen vakwerk, koud gewalst U-profiel, profielstaal of een constructie-element op maat.

Gebruikt als

Selecteer de functie van het constructie-element.

Om een andere functie te geven, kiest u voor de optie Op maat. Er wordt een dialoogvenster geopend; vul hier in waarvoor de draagbalk wordt gebruikt.

Materiaal

Geef op uit welk bouwmateriaal het constructie-element zal bestaan. Selecteer de optie Standaard om het materiaal toe te kennen op basis van het Type constructie-element wanneer deze een bepaald materiaal aangeeft (bijvoorbeeld Stalen vakwerk).

Selecteer de optie Andere om een materiaal aan de lijst toe te voegen. Er wordt een dialoogvenster geopend; voer hier het nieuwe materiaal in. Uw toevoeging wordt samen met het document bewaard.

Volume

Hier wordt het volume van het constructie-element berekend.

Eenheden

Selecteer welke eenheden u wilt gebruiken om het volume te berekenen: board feet, cubic feet, kubieke meter of de standaard eenheden voor volumes die zijn opgegeven voor het document (zie Eenheden).

Bestelgegevens

Voer de vereiste standaardafmetingen in voor het constructie-element in kwestie. Deze gegevens kunt u nadien raadplegen via rekenbladen.

Wanneer er geen standaardafmeting gevonden werd, verschijnt er een ? voor die afmeting. U kunt het bestand Lumber Sizes.txt eventueel bewerken en hier afmetingen aan toevoegen. Dit bestand vindt u in de map [Vectorworks]\Plug-ins\VW_Arch\Data. Herstart het programma om de wijzigingen aan het tekstbestand toe te passen.

Hoek

Geef de helling op van het constructie-element over de afstand van de overspanning.

Wanneer u de hoek wijzigt, wordt de lengte herberekend; de overspanning blijft behouden.

Vergrendel eindpunt overspanning

Vink deze optie aan om een constructie-element (met een Hoek groter dan 0°) te verlengen in de richting van het beginpunt en niet in de richting van het eindpunt.

Hor. afschuining begin/einde

Geef de horizontale afschuining op aan elk uiteinde van het constructie-element. Dit is de hoek waaronder het constructie-element wordt afgeschuind op in bovenaanzicht.

Vert. afschuining begin/einde

Geef de verticale afschuining op aan elk uiteinde van het constructie-element. Dit is de hoek waaronder het constructie-element wordt afgeschuind in vooraanzicht.

2D-weergave

Selecteer de gewenste 2D-weergave voor het constructie-element: massief, aslijn, breedte of breedte/aslijn.

Toon tekst

Vink deze optie aan om de tekst die u in het veld Tekst ingeeft, in de tekening te tonen. De tekst verschijnt in een label naast de 2D-voorstelling van het constructie-element. Wanneer het label is ingevoegd, kunt u de positie ervan aanpassen door middel van het controlepunt.

FrameMmbrCtrlPt.png 

Tekst

Vul de tekst in die u als een label wilt invoegen in de tekening.

Verticale referentie

U kunt ervoor kiezen om de verticale referentie bovenaan, op de aslijn of onderaan vast te leggen. Selecteer een andere optie om het dialoogvenster ‘Verticale referentie’ te openen. Als u hier beslist om de positie van het object te behouden, blijft het constructie-element op zijn plaats liggen en wordt de referentielijn verplaatst. Als u beslist om de positie van de referentielijn re behouden, wordt het constructie-element verplaatst.

Spar/keper

 

Insprong opleg

Bepaal de afstand vanaf het oplegpunt (invoegpunt) van het constructie-element tot aan het uiteinde.

Oversteek

Geef op over welke afstand het constructie-element doorloopt na zijn eindpunt.

Type dakrand

Selecteer het type dakrand. U kunt kiezen tussen verticaal, horizontaal, dubbel verstek en rechthoekig.

Hoogte fascia

Wanneer u dubbel verstek als type dakrand hebt gekozen, kunt u hier opgeven op welke hoogte het uiteinde van het constructie-element zich bevindt.

Hoogte/Diepte insprong opleg

Vul deze waarden in om een extra oplegpunt te creëren bovenop het constructie-element.

Massief hout

 

Toon ophangpunten

Kies waar u de 2D-ophangpunten wilt tonen: aan het begin en/of einde van het constructie-element, of kies om geen ophangpunten te tonen.

Rotatie rond lengte-as

Geef op hoeveel graden u het constructie-element rond zijn lengte-as wilt roteren.

Houten vakwerk

 

Toon ophangpunten

Kies waar u de 2D-ophangpunten wilt tonen: aan het begin en/of einde van het constructie-element, of kies om geen ophangpunten te tonen.

Flensdikte

Geef de hoogte op van de bovenste en onderste liggers; de breedte wordt bepaald door de breedte van het constructie-element.

Lijfdikte/Lijfhoogte

Bepaal de lijfdikte en -hoogte van de componenten van het vakwerk; als u de optie Massief lijf aanvinkt, wordt de lijfdikte bepaald door de dikte van het massieve lijf.

Onderlinge afstand

Geef in op welke afstand de panelen (subdivision-objecten) van elkaar liggen.

Verticale balken

Vink deze optie aan om verticale balken te tonen tussen de hellende componenten.

Lijf heeft een opening

Vink deze optie aan om bij constructie-elementen van het type houten vakwerk een opening in te voegen tussen de componenten, in het midden van het constructie-element.

Massief lijf

Vink deze optie aan om de componentstijl te wisselen van houten vakwerk naar massief I-profiel.

Stalen vakwerk

 

Flensdikte

Geef de hoogte op van de bovenste en onderste liggers; de breedte wordt bepaald door de breedte van het constructie-element.

Lijfdikte/Lijfhoogte

Bepaal de lijfdikte en -hoogte van de componenten van het vakwerk

Binnenwerkse maat

Bepaal de dikte van de bovenste en onderste liggers.

Onderlinge afstand

Geef in op welke afstand de panelen (subdivision-objecten) van elkaar liggen.

Verticale balken

Vink deze optie aan om verticale balken te tonen tussen de hellende componenten.

Onderaan dragend

Vink deze optie aan om de onderste ligger dragend te maken. Indien uitgevinkt wordt de bovenste ligger dragend gemaakt.

Koud gewalst U-profiel

 

Toon ophangpunten

Kies waar u de 2D-ophangpunten wilt tonen: aan het begin en/of einde van het constructie-element, of kies om geen ophangpunten te tonen.

Flensdikte

Geef op hoeveel de bovenste en onderste liggers verlengd worden.

Binnenwerkse maat

Bepaal de dikte van het constructie-element.

Rotatie rond lengte-as

Geef op hoeveel graden u het constructie-element rond zijn lengte-as wilt roteren.

Profielstaal

 

Rotatie rond lengte-as

Geef op hoeveel graden u het constructie-element rond zijn lengte-as wilt roteren.

Selecteer een staalprofiel

Het dialoogvenster ‘Selecteer een staalprofiel’ wordt geopend. Kies een straalprofiel en de te gebruiken reeks en afmetingen

Profiel/Reeks/Afmetingen

Hier ziet u de symboolnaam, reeks en afmetingen van het geselecteerde profiel en kunt u deze gegevens bewerken.

Op maat

 

Symbool

Hier wordt de symboolnaam van het geselecteerde profiel weergegeven.

Selecteer een symbool

Het dialoogvenster ‘Selecteer een symbool’ wordt geopend. Open de Hulpbronnenkiezer en Dubbelklik vervolgens in de Hulpbronnenkiezer op het profiel dat u wenst te gebruiken

De symbooldefinitie van het profiel verschijnt in veld Symbool van het Infopalet.

Rotatie rond lengte-as

Geef op hoeveel graden u het constructie-element rond zijn lengte-as wilt roteren.

Concept: Bibliotheken

Structuurelementen creëren