Aangepaste werkomgevingen en insteekmodules bijwerken
Wanneer u een upgrade van Vectorworks installeert, worden de werkomgevingen en insteekmodules in de hoofdmap van Vectorworks (waar de applicatie geïnstalleerd is) vervangen.
Indien bestaande insteekmodules van derden niet compatibel zijn met de nieuwe versie van Vectorworks, wordt het dialoogvenster ‘Rapport van niet-compatibele insteekmodules’ geopend. Hierin staan de insteekmodules die niet ingelezen kunnen worden. Via het dialoogvenster kunt u eventueel de locatie van de bestanden openen en de insteekmodules verwijderen of vervangen.
Uw aangepaste werkomgevingen en insteekmodules (in uw gebruikersmap) blijven op hun plaats staan (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Bestandslocaties voor meer informatie over gebruikersmappen). De eerste keer dat de nieuwe versie van Vectorworks wordt geopend, zet het automatisch de aangepaste werkomgevingen naar het nieuwe formaat om en bewaart het een kopie van de oorspronkelijke werkomgevingen in een map ‘Verouderd’ (in uw gebruikersmap).
Het programma waarmee u Vectorworks updatet maakt back-ups van alle werkomgevingen. De updater plaatst back-ups van werkomgevingen in een opeenvolgend genummerde map getiteld “Back-up”, in de map Workspaces. Elke keer dat de updater wordt uitgevoerd, wordt een andere back-upmap gemaakt. Na de back-up overschrijven zowel de installer als de updater de map van het hoogste niveau met werkomgevingen.
Zie Locatie insteekmodule voor meer informatie over de locatie van insteekmodules.