Omtrek van ruimtes bewerken
Ruimtes zijn objecten volgens een pad die u kunt bewerken met 2D- en 3D-bewerkingsobjecten. Klik met rechts op een ruimte en selecteer Bewerk in het contextmenu. Het dialoogvenster 'Bewerk ruimte' wordt geopend. Kies hier welke actie u wilt ondernemen: de omtrek of bewerkingesobejcten bewerken, de ruimte vervormen of het Instellingenvenster openen. U kunt ook rechts klikken op de ruimte en Bewerk omtrek of Bewerk bewerkingsobjecten te selecteren in het contextmenu. hiermee opent u de Objectbewerkmodus en kunt u de omtrek bewerken (zieDe objectbewerkmodus).
Een automatisch begrensde ruimte vervormen
Een automatisch begrensde ruimte is gekoppeld aan een reeks muren. Als u de begrenzende muren wijzigt of verplaatst, wordt de ruimte in vele gevallen automatisch ook bijgewerkt.
Om een automatisch begrensde ruimte te vervormen:
Verwijder, verplaats of voeg muren toe.
De ruimtes en labels worden automatisch bijgewerkt, tenzij u een muur toevoegt die de bestaande ruimte opdeelt of een muur verwijdert die de ruimte omgeeft.
Als u muren verplaatst, worden de instellingen van de muren (de dikte of de componenten) gewijzigd. Als u een bijbehorende kolom of muurobject verplaatst, bewerkt of verwijdert, zullen de bijbehorende ruimtes en labels automatisch worden bijgewerkt.
Als u muren verwijdert die aan een ruimte zijn gekoppeld, zal de koppeling tussen de muren en de ruimte worden opgeheven. De ruimte kan dan verbonden worden met nieuwe muren.
Werk de ruimtes in de tekening bij indien u muren heeft toegevoegd. Als u muren toevoegt, werk dan ook de ruimtes bij door op het Infopalet van de geselecteerde ruimtes op de knop Bijwerken te klikken. De locatie van de bijgewerkte ruimte is gebaseerd op de locatie van het ankerpunt. Andere ruimtes die door een scheidingsmuur zijn gecreëerd, blijven leeg.
U kunt de omtrek van ruimtes ook bijwerken door middel van het commando Ruimtes bijwerken.
De omtrek van de ruimte wordt aangepast aan de omringende muren.
Voor aangrenzende ruimtes die niet expliciet zijn gescheiden door een echte muur, kunt u met een virtuele muur (een muurstijl zonder breedte of hoogte) de grens voor de ruimte aangeven.
Een niet-begrensde ruimte vervormen
Wanneer een ruimte niet door muren begrensd wordt, zijn er twee manieren waarop u de ruimte als een padobject kunt vervormen.
Gebruik het gereedschap Vervorm object om controlepunten toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen. Zie 2D-objecten vervormen voor meer informatie.
Wanneer u een automatisch begrensde ruimte vervormt, wordt deze ruimte losgekoppeld van de begrenzende muren.
Selecteer Bewerk > Bewerk ruimte en selecteer of u het pad of profiel wilt bewerken. Pas de vorm van de ruimte aan met het gereedschap Vervorm object of Selectie (om de ruimte te verschalen).
Klik met de rechtermuisknop op de ruimte en selecteer het commando Bewerk of Bewerk omtrek in het contextmenu. Als u kiest voor Bewerk, selecteer dan in het volgende dialoogvenster de optie Omtrek om de Objectbewerkmodus te activeren (zie De objectbewerkmodus voor meer informatie) of Vervorm object om het gereedschap Vervorm object te gebruiken.
Een ankerpunt bewerken
Als een ruimte gekoppeld is aan muren, heeft het een ‘anker’-controlepunt dat de locatie van de ruimte binnen zijn omtrek aangeeft. het anker-controlepunt bevindt zich normaal in het midden van de omtrekkubus van de ruimte.
Om een ankerpunt te verplaatsen, klikt u op het betreffende controlepunt en sleept u het naar een nieuwe locatie.
Ruimtes bewerken met 2D-bewerkingsobjecten
U kunt de omtrek van een ruimte aanpassen met 2D-bewerkingsobjecten. Plaats een gesloten 2D-vorm (bijvoorbeeld een rechthoek of polylijn) op het ruimte-object. Selecteer beide objecten en klik dan met de rechtermuisknop om het contextmenu op te roepen. Selecteer hierin het commando Vlakken samenvoegen of Vlak uitsnijden. Een automatisch begrensde ruimte blijft na de bewerking aan de muren gekoppeld.
Ruimtebewerkingsobjecten wijzigen
Als u de vorm wilt wijzigen van bewerkingsobjecten die u op een automatische begrensde ruimte hebt toegepast, klikt u met de rechtermuisknop op de ruimte en selecteert u Bewerk bewerkingsobjecten of Bewerk in het contextmenu. Als u kiest voor Bewerk, selecteer dan in het dialoogvenster ‘Bewerk ruimte’ de optie Bewerkingsobjecten. Verplaats, verwijder of vervorm de bewerkingsobjecten naar wens. Klik vervolgens op Verlaat bewerkingsobjecten om terug te keren naar de tekening.
Omtrek van ruimtes omzetten naar manueel
Omzetten naar manuele modus
Als u automatisch begrensde ruimtes omzet naar manueel begrensde ruimtes, koppelt u ze daarmee ook los van hun omringende muren.
Om de begrenzing van een ruimte van automatisch naar manueel om te zetten:
Selecteer de automatisch begrensde ruimte. Op het Infopalet staat het veld d.m.v. midden van muren op ‘Automatisch’.
Selecteer in deze keuzelijst de optie ‘Manueel’.
De ruimte wordt losgekoppeld van de muren, al blijft de ruimte op haar plaats.
Omtrek van ruimtes omzetten naar automatisch - via ankerpunten
Manueel ingestelde ruimtes kunt u omzetten naar automatisch begrensde ruimtes.
Om de begrenzing van een ruimte van manueel naar automatisch om te zetten:
Selecteer een manuele ruimte waarvan het ankerpunt omgeven is door muren. Op het Infopalet staat het veld d.m.v. midden van muren op ‘Manueel’.
Selecteer in deze keuzelijst de optie ‘Automatisch’.
De ruimte wordt opnieuw gegenereerd en het ankerpunt wordt gebruikt om de muren te vinden en de muren aan de ruimte te koppelen.
Omtrek van ruimtes omzetten naar automatisch - via Selecteer muren
Manueel begrensde ruimtes kunt u koppelen aan een reeks muren en zo omzetten naar automatisch begrensde ruimtes. Ook kunt u op deze manier een automatisch begrensde ruimte koppelen aan een nieuwe reeks muren.
Om de begrenzing van een ruimte van manueel naar automatisch om te zetten:
Selecteer de manueel begrensde ruimte. Op het Infopalet staat het veld d.m.v. midden van muren op ‘Manueel’.
Selecteer in deze keuzelijst ‘Selecteer muren’.
Het gereedschap Ruimte wordt automatisch geactiveerd en de methode D.m.v. muren is geselecteerd.
Klik de muren aan die de begrenzing van de ruimte vormen en druk op Enter of klik op het vinkje in de Methodebalk.
Nu is de ruimte gekoppeld aan de muren. De ligging en grootte van de ruimte kan veranderen als het wordt begrensd door muren.