Het oppervlak van een terreinmodel modelleren
Er zijn verschillende manieren om het oppervlak van een terreinmodel aan te passen. De topografische hoogtelijnen van een terreinmodel kunnen worden bewerkt zoals beschreven in De hoogtelijnen van een terreinmodel bewerken. Het oppervlak van het terreinmodel kunt u bewerken door er terreinbewerkingsobjecten aan toe te voegen (zie Overzicht terreinmodelwijzigingen). Wilt u het terreinoppervlak echter rechtstreeks manipuleren in 3D, dan kunt u hiervoor verschillende modelleergereedschappen gebruiken.
De modelleergereedschappen stellen u in staat om punten op het huidige of toekomstige terreinoppervlak omhoog of omlaag te trekken. Hierbij kunt u bepalen in welke mate de omliggende controlepunten mee worden beïnvloed. Daarnaast kunt u met de modelleergereedschappen ook geulen en bermen creëren en controlepunten toevoegen. Deze gereedschappen vindt u terug in het palet Oppervlak modelleren. Dit palet is alleen toegankelijk wanneer de bewerkmodus voor het huidige of toekomstige terreinoppervlak is ingeschakeld.
Bewerk geen delen van het oppervlak waar een terreinbewerkingsobject is toegepast. Als u dit doet, zullen uw aanpassingen verloren gaan zodra u de bewerkmodus verlaat; dit komt doordat het effect van een bewerkingsobject voorrang heeft op aanpassingen die u rechtstreeks op het oppervlak maakt.
Als er zowel aan het huidige als aan het toekomstige terreinmodel aanpassingen moeten gebeuren, bewerk dan eerst het oppervlak van het huidige terreinmodel. Als u dit niet doet en u bewerkt het toekomstige terreinmodel eerst, dan kan het zijn dat uw aanpassingen per ongeluk worden gewijzigd of teniet worden gedaan wanneer u nadien op dezelfde plaats aanpassingen maakt op het huidige terreinmodel.