Een subdivision-object spiegelen

Gebruik de methode Spiegelen om de bewerkingen aan één gedeelte van een model te spiegelen over een aslijn. U kunt bijvoorbeeld een symmetrisch object creëren door één helft van het object te modelleren en deze helft vervolgens te spiegelen. Zo lang de methode Spiegelen geactiveerd is, worden alle wijzigingen die u aanbrengt met het gereedschap Bewerk subdivision, gespiegeld.

De status van de methode Spiegelen (ingeschakeld/uitgeschakeld) wordt gekoppeld aan elk individueel subdivision-object, niet aan het gereedschap Bewerk subdivision of aan het document. Deze status blijft per object behouden, totdat u deze verandert. Eenmaal u de methode Spiegelen heeft uitgeschakeld voor een specifiek subdivision-object, kunt u het niet opnieuw activeren om bewerkingen aan de tegenoverliggende helft van het bestaande object te spiegelen. Door de methode opnieuw in te schakelen begint er een nieuwe cyclus en wordt het volledige bestaande subdivision model gespiegeld over een nieuwe aslijn.

Om een subdivision-object te spiegelen:

Selecteer het subdivision-object dat u wenst aan te passen.

Activeer het gereedschap en selecteer de methode.

Of: dubbelklik met het gereedschap Selectie op het subdivision-object om in één handeling het object te selecteren en het gereedschap Bewerk subdivision te activeren.

Wanneer u met de aanwijzer over de kooi beweegt, zullen de vlakken en de open ribben oplichten om aan te geven dat u deze kunt projecteren in het spiegelvlak. Een open ribbe is een ribbe met slechts één aangrenzend vlak. Dit houdt in dat de andere aangrenzende vlakken definitief werden verwijderd door middel van de delete-toets in de methode Transformeren.

Selecteer één of meerdere vlakken en open ribben die u wenst te projecteren in het tegenoverliggende vlak.

U kunt alle open ribben rond een lus met één enkel commando selecteren (zie Een lus in een subdivision-model selecteren).

Klik om het begin van de aslijn te bepalen. Zodra u met de muis beweegt, verschijnt er een voorvertoning van het gespiegelde object. Klik om het eindpunt van de as te bepalen.

De tweede helft van het subdivision-object wordt gespiegeld aan de andere kant van het vlak.

Laat de methode Spiegelen ingeschakeld om de bewerkingen die u toepast op het oorspronkelijke gedeelte van het object, te blijven spiegelen aan de andere kant van het vlak. Of klik op de methode Spiegelen in de Methodebalk om het spiegelen uit te schakelen en slechts één gedeelte van het object te bewerken.

Gedurende de tijd dat de methode Spiegelen is ingeschakeld, wordt de kooi enkel weergegeven op het oorspronkelijke gedeelte van het subdivision-object. Zodra u de methode uitschakelt, omvat de kooi eveneens het gespiegelde gedeelte.

 

 

Subdivision-objecten bewerken