Revisie- en uitgavegeschiedenis van een project
Gebruik het Bladkaderbeheer om rapporten te creëren op basis van presentatielaag-, revisie- of uitgavegegevens. De rapporten halen informatie op uit de gegevens van actieve bladkaders en uit de gekoppelde records; vervolgens wordt deze informatie verzameld in een rekenblad.
U kunt revisie- en uitgavegegevens ook uit het bladkader ophalen met het commando Creëer rapport (zie Een rapport creëren).
Wanneer u een uitgave- of revisiegeschiedenis creëert, wordt aan de naam van de rekenbladhulpbron in de tekening automatisch een suffix toegevoegd: “-1” als het volledige rapport op één blad staat, en een reeks nummers (-1, -2, -3 enzovoort) voor elk blad als de optie Creëer bladen/meerdere rekenbladen is aangevinkt. Aan het revisieverslag wordt de datum van creatie toegevoegd.
De standaardrekenbladen zijn als volgt genoemd en zijn beschikbaar op deze locatie: (Vectorworksbibliotheek\Standaarden\Rapporten_Schemas\Titelblok rapporten.vwx).
Geschiedenis van projectuitgaven
Geschiedenis van revisie-uitgaven
Revisieverslag presentatielagen
U kunt deze rekenbladen op maat aanpassen qua lettertype, tekstkleur, labeltekst en bedrijfsgegevens inclusief logo (zie Concept: Rekenblad overzicht) en de rekenbladen bewaren in de gebruikersmap om ze later opnieuw te gebruiken. Het is echter niet aangeraden om rijen toe te voegen of te verwijderen bovenaan het rekenblad waar u de uitgavedatums en goedkeuringen vindt omdat de rekenbladformules van deze rijen afhangen.
Om een uitgave- of revisierapport te creëren:
Open in het Bladkaderbeheer de categorie voor het type rekenblad dat u wilt creëren en stel de parameters in.
Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Uitgave-/revisiegeschiedenis of revisieverslag creëren/bijwerken |
Vink deze optie(s) aan om de uitgavegeschiedenis, revisiegeschiedenis van een project of het revisieverslag van presentatielagen te creëren of bij te werken. Het rekenblad dat hiervoor wordt aangemaakt, wordt bewaard als een hulpbron in het bestand en is beschikbaar via het Hulpbronnenbeheer. Een revisieverslag bestaat uit een overzicht van alle revisierecords op alle presentatielagen in het project. De records worden gesorteerd op presentatielaag-ID en de volgorde van revisie. |
Naam rekenblad |
Geef een naam op. |
Beperk aantal weergegeven uitgaven/revisies (alleen voor uitgave-/revisiegeschiedenis) |
Vink deze optie aan om slechts een bepaald aantal van de meest recente uitgaven/revisies weer te geven. |
Toon _ recentste uitgaven/revisies (alleen voor uitgave-/revisiegeschiedenis) |
Geef het aantal uitgaven/revisies op die u in het rapport wenst op te nemen. |
Creëer pagina's/meerdere rekenbladen |
Vink deze optie aan om de gegevens in het rekenblad in te voegen en zo veel pagina’s als nodig te creëren om alle gegevens in te sluiten. Dit is handig wanneer een project te veel rijen heeft om netjes op één afdrukpagina te passen. Indien uitgevinkt, worden recordrijen gebruikt en alle presentatielagen op één pagina opgesomd.
Het rekenblad zal alleen informatie uit bladkaders in externe bestanden bevatten indien deze optie is aangevinkt. |
Begin bij rij |
Bepaal voor een rekenblad van meerdere pagina’s vanaf welk rijnummer de gegevens moeten worden ingevoegd in het rekenblad. |
Aantal rijen |
Geef op hoeveel rijen na Begin bij rij op elke pagina van het rekenblad moet worden ingevoegd. |
Plaats rekenbladgegevens op presentatielaag |
Vink deze optie aan om het rekenblad als een grafisch object op een presentatielaag te plaatsen. Dubbelklik op het object om het rekenblad te openen zodat het kan worden bewerkt (zie Rekenbladen bewerken). |
Nummer presentatielaag |
Selecteer het nummer van de presentatielaag waarop u het rekenblad wenst te plaatsen. |
Revisieverslag presentatielagen creëren/bijwerken |
Een revisieverslag bestaat uit een overzicht van alle revisierecords op alle presentatielagen in het project. De records worden gerangschikt volgens het ID van de presentatielaag en de volgorde van revisie. Het rekenblad dat wordt aangemaakt, wordt bewaard als een hulpbron in het bestand en is beschikbaar via het Hulpbronnenbeheer. Wanneer u deze functie na het creëren van het revisieverslag opnieuw uitvoert, wordt het revisieverslag bijgewerkt. |
De rekenbladen worden gecreëerd nadat u het dialoogvenster ‘Beheer bladkaders’ sluit.
Revisie- en uitgavegeschiedenis in rekenbladen/rapporten op maat
Gebruik de volgende formules om revisie- of uitgavegegevens in een rekenblad met een recordrij weer te geven (zie Een functie of veld voor een kolom in een database selecteren).
=’Title Block Revision Data-<Revisienummer>'.'<Naam veld>’, waarbij <Revisienummer> het indexnummer van de revisie is (beginnende vanaf 1 voor de eerst gecreëerd revisie) en <Naam veld> een van de volgende velden is: Number, Date, Note, Approval, Zone, Recipients, Publish Date.
Bijvoorbeeld: ='Title Block Revision Data-1'.'Approval'
=’Title Block Revision Data-<Revisienummer>'.'<Naam veld>’, waarbij <Revisienummer> het indexnummer van de uitgave is (beginnende vanaf 1 voor de eerst gecreëerd uitgave) en <Naam veld> een van de volgende velden is: Number, Date, Note, Approval, Zone, Recipients, Publish Date.
Bijvoorbeeld: ='Title Block Issue Data-2'.'Date'