Dakstijlen toepassen
Er bestaan meerdere manieren om dakstijlen te selecteren vooraleer het dak te creëren of om stijlen op bestaande daken toe te passen. Eenmaal u een dakstijl voor een dak heeft geselecteerd, is het Kenmerkenpalet niet meer beschikbaar om de kenmerken van het dak te veranderen. De kenmerken worden bepaald door de stijl.
Een dakstijl toepassen alvorens het dak te creëren:
Selecteer het commando Creëer dakvlak of Creëer dak.
Klik op het veld Stijl in het dialoogvenster ‘Creëer dak’ of ‘Creëer dakvlak’ om een hulpbron via de Hulpbronnenkiezer te selecteren.
Of: klik op de knop Dakinstellingen en selecteer de gewenste Dakstijl in het dialoogvenster ‘Dak’.
Een dakstijl toepassen op een bestaand dak vanuit het Infopalet:
Selecteer minstens één dak.
Selecteer in het Infopalet de gewenste dakstijl in de keuzelijst Stijl. Om een andere (standaard) plaatstijl toe te passen, selecteert u de optie Vervang.
Een dakstijl toepassen op een bestaand dak vanuit het Hulpbronnenbeheer:
Selecteer minstens één dak.
Klik in het Hulpbronnenbeheer met de rechtermuisknop op de hulpbron en selecteer het commando Gebruik in het contextmenu. OF: Sleep de geselecteerde dakstijl van het Hulpbronnenbeheer naar het dakobject.
Het dialoogvenster ‘Vervang dak’ wordt geopend. De dakstijl die dient ter vervanging is reeds geselecteerd (de Hulpbronnenkiezer is hier niet beschikbaar).
Een dak met een dakstijl kan ook worden omgezet naar een dak zonder stijl.
Om een dakstijl te ontkoppelen:
Selecteer minstens één dak waarvan u de stijl wenst te verwijderen.
Selecteer in de keuzelijst Stijl de optie ‘Ontkoppel dakstijl’.
Het dak heeft geen stijl meer en de kenmerken van het dak kunnen bewerkt worden in het Kenmerkenpalet.