Shaded - instellingen
Commando |
Locatie |
Shaded instellingen |
Weergave > Rendering |
Met Shaded creëert u in weinig tijd en op interactieve wijze een goede-kwaliteitsrendering van uw model.
Gebruik de Shaded-instellingen om de mate van detail in gerenderde beelden te bepalen, die op hun beurt een invloed hebben op de snelheid van de rendering (minder details maken de rendering sneller). Wanneer u de instellingen voor Shaded wijzigt terwijl de Shaded-rendermethode is ingeschakeld, wordt de tekening onmiddellijk opnieuw gerenderd.
De opgegeven instellingen gelden alleen voor de huidige tekening; ze blijven van kracht in uw tekening totdat de instellingen worden gewijzigd. De huidige shaded instellingen worden bewaard wanneer u een sjabloon creëert (zie Concept: Sjablonen).
De rendermethode Shaded biedt u extra functies die u helpen een scène te bekijken en aan te passen voordat u rendert met Renderworks.
Schakel Schaduwen en de belichtings- en reflectie-instellingen in om het effect van meerdere belichtingsinstellingen te begrijpen, inclusief Renderworksachtergronden, in de gerenderde tekening.
Vòòr Vectorworks 2023, was de Shaded rendermethode beperkt tot acht lichtbronnen in een tekening, extra lichtobjecten hadden geen effect. Om de lichtinstellingen in Shaded renders of oudere bestanden te bewaren, selecteer Beperk de Shaded rendermethode tot 8 lichtbronnen in de Documentvoorkeuren op het tabblad Weergave (zie Voorkeuren document: tabblad Weergave).
Schakel de functie Toon ribben in om objecten duidelijker uit te laten komen in het gerenderde beeld. Deze functie heeft betrekking op de ribben die u kunt tonen of verbergen met de rendermethode Achterliggende lijnen tonen / Achterliggende lijnen verbergen.
Vink de interactieve functie Schaduw aan om te zien hoe de schaduwen vallen met verschillende soorten verlichting; pas de lichten eventueel aan. Wanneer de hardware van uw systeem en videokaart krachtig genoeg zijn, worden complexe, zeer nauwkeurige schaduwen gebruikt voor Shaded. Deze optie kunt u alsnog uitschakelen om kwaliteits- of instabiliteitsproblemen te voorkomen (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie 3D.
Met Shaded kunt u Renderworksachtergronden met één kleur, twee kleuren, natuurgetrouwe lucht en achtergronden op basis van afbeeldingen en panoramische afbeeldingen weergeven. Achtergronden van het type Wolk zijn niet mogelijk. (Zie Renderworksachtergronden creëren voor meer informatie.)
Shaded wordt gebruikt tijdens het navigeren met gereedschappen zoals Vlieg over of Wandel door wanneer een van de Renderworksmethoden actief is. Shaded kan ook dienen om een voorvertoning van een gerenderde scène te creëren voordat u met Renderworks aan de slag gaat.
Objecten aangemaakt d.m.v. draadwerk kunnen bij het renderen vloeiender worden weergegeven. Om alle objecten in het huidige document volgens dezelfde drempelwaarde af te vlakken, vinkt u in de Documentvoorkeuren de optie Afvlakken d.m.v. drempelwaarde aan (zie Voorkeuren document: tabblad Weergave). Wilt u per object de kwaliteit van de afvlakking bepalen, dan gebruikt u de optie Drempelwaarde op maat in de keuzelijst Afvlakken op het tabblad Rendering van het Infopalet (zie Objecttexturen beheren vanuit het infopalet).
Om de instellingen voor Shaded te bepalen:
Selecteer het commando.
Het dialoogvenster ‘Shaded - instellingen’ wordt geopend. Stel hier de parameters in.
Klik om de velden te tonen/te verbergenKlik om de velden te tonen/te verbergen
Veld |
Omschrijving |
Instellingen |
|
Texturen |
Vink deze optie aan om te renderen met de toegekende texturen. Hierdoor bekomt u een meer gedetailleerd resultaat, wat meestal gewenst is, maar een langere rendertijd vraagt. Sommige shaders zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met de Renderworks rendermethodes. In Shaded zal het uitzicht van deze shaders bij benadering worden weergegeven. Mogelijk is er een verschil met het effect dat u bekomt bij gebruik van een Renderworks rendermethode. |
Kleuren |
Vink deze optie aan om kleuren en texturen met kleuren te renderen in kleur. Vink deze optie uit om alles in het wit te renderen. |
Anti-aliasing |
Vink deze optie aan om de gekartelde weergave van randen te verminderen. Opgelet: als uw videokaart geen anti-aliasing ondersteunt, is deze optie niet actief. |
Schaduwen |
Objectne in de tekening werpen schaduwen op andere objecten; omdat het globaal werpen van schaduwen de verwerking vertraagt, kunnen maar acht lichtbronnen schaduwen werpen |
Alleen op grondvlak |
Objecten in de tekening werpen schaudwen op een vlak op het laagste punt in de tekening—normaal het actieve ontwerplaagvlak—maar niet op andere objecten |
Toon ribben |
Vink deze optie aan om de ribben van objecten weer te geven als lijnen van een bepaalde dikte. Dit zijn dezelfde lijnen die getekend worden met de methode ‘Achterliggende lijnen verbergen’. Deze lijnen bakenen de objectranden af; splits een object in meerdere objecten indien u meer ribben wenst te creëren. |
Dikte ribben (Pixels) |
Geef een waarde op tussen 1 en 16 pixels voor de lijndikte van de ribben. |
Drempelwaarde |
Als de optie Toon ribben is geselecteerd, schakelt dit de drempelwaarde in bij oppervlakken die een hoek vormen; stel de Drempelwaarde hoek in om van een bepaalde hoek de geaccentueerde ribben te tonen. |
Omgevingslicht |
Deze optie maakt gebruik van de actieve Renderworksachtergrond (indien aanwezig) als een bron van Omgevingslicht voor de rendering (zie Renderworksachtergronden). De helderheid van het omgevingslicht kan aangepast worden in die sectie Omgevingslicht info van het dialoogvenster Belichtingsinstellingen. |
Omgevingsreflecties |
Deze optie maakt gebruik van de actieve panoramische afbeelding of de natuurgetrouwe lucht Renderworksachtergrond (indien aanwezig) als een bron voor reflecties van oppervlakken (zie Renderworksachtergronden). Als de actieve acthergrond geen panoramische afbeelding of natuurgetrouw lucht is, wordt de standaard Renderworks grijze omgeving achtergrond gebruikt. |
Objectreflecties |
Vink deze optie aan om nabije objecten in andere objecten te laten reflecteren. |
Kwaliteit |
|
Details |
Kies het kwaliteit voor de weergave van gebogen geometrie; een lage instelling rendert sneller. |
Schaduwen |
Indien Schaduwen geselecteerd is, selecteer de kwaliteit voor de schaduwranden (een lage instelling gebruikt minder geheugen en rendert sneller). |