Een puntenwolk importeren
|
Commando |
Locatie |
|
Importeer puntenwolk |
Bestand > Importeer |
Een puntenwolk bestaat uit een verzameling 3D-datapunten die de oppervlakte van de fysieke wereld vastleggen met behulp van een 3D-scanner. Het verkregen object kunt u interactief bekijken (met zoom, vergroot/verklein, handje, roteer, vlieg over en wandel door). Daarnaast kunt u alle mogelijkheden van de Modelbegrenzing toepassen op het puntenwolkobject, u kunt ernaar grijpen, u kunt het meten, er gegevens uit halen en het in zichtvensters plaatsen. Door middel van een puntenwolk kunnen bestaande elementen efficiënt en doeltreffend in het ontwerpproces worden ingevoerd.
Gebruik het commando Modelbegrenzing om een beperkt gedeelte van het puntenwolkobject weer te geven. Hierdoor wordt het gemakkelijker om naar bepaalde punten te grijpen.
Met de Vectorworks-uitbreidingsmodules kunt u puntenwolken importeren in de formaten .laz, .las, .pts, .e57, .xyz en .ply.
Om een puntenwolk te importeren:
Selecteer het commando.
Selecteer het bestand dat u wenst te importeren.
OF: Klik op het te importeren bestand en sleep het in het venster van een open Vectorworksdocument.
Het dialoogvenster ‘Puntenwolkbestand openen’ wordt geopend.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
|
Veld |
Omschrijving |
|
Aantal controlepunten |
|
|
Totale aantal in bronbestand |
Dit is het totale aantal punten in de puntenwolk. |
|
Te importeren percentage |
Geef aan welk percentage van de beschikbare punten u wenst te importeren. Indien u slechts een deel importeert, worden de punten willekeurig gekozen. |
|
Te importeren aantal |
Dit is het aantal punten dat geïmporteerd wordt. Deze waarde wordt berekend op basis van de parameters Totale aantal in bronbestand en Te importeren percentage. U kunt per puntenwolk maximaal 35 miljoen punten importeren. |
|
Eenheden |
Geef aan in welke eenheden u de punten wilt importeren. |
|
Centreer op het interne nulpunt |
Vink deze optie aan om de puntenwolk op het interne nulpunt uit te lijnen. Op die manier kan een puntenwolk met grote waarden correct worden weergegeven (zie Centreer de tekening op het interne nulpunt). |
Tijdens het importeren schakelt Vectorworks automatisch over op een 3D-weergave. Hiervoor wordt de standaard 3D-rendermethode en -projectie gebruikt die is ingesteld in de Vectorworksvoorkeuren (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie 3D). Bewerk de kleurschaal van de puntenwolk via het Infopalet.
Omdat het onwaarschijnlijk is dat 2D/Plan gebruikt zal worden voor de weergave van de puntenwolk en andere rendermethodes dan Shaded of Draadstructuur, wordt er in de weergave 2D/Plan een afbeelding met lage resolutie getoond en voor de overige rendermethodes een eenvoudige doos in draadstructuur.
