Coördinatensystemen
Er zijn verscheidene types van geografische coördinatensystemen die u kunt toepassen op gegeorefereerde ontwerplagen. Vooral voor grotere kaarten is het van belang dat u het meest geschikte coördinatensysteem selecteert. Het type coördinatensysteem kan een grote invloed hebben bij het meten van afstanden. Een afstand in de tekening zal afhankelijk van het geselecteerde coördinatensysteem meer of minder overeen komen met dezelfde afstand op de kaart. Hoe groter de overeenkomst met de regio, hoe nauwkeuriger de afmetingen zullen zijn.
WGS 84 / Pseudo-Mercator is een globaal coördinatensysteem dat geschikt is voor projecten waarbij er geen regiospecifieker coördinatensysteem bekend is, of waarbij de coördinatiedoeleinden dit overbodig maken.
In de dialoogvensters ‘Georeferentie document’ en ‘Georeferentie’ vindt u een keuzelijst met coördinatensystemen. De groep Algemene coördinatensystemen bevat naast de basistypes ook enkele variaties zoals het coördinatensysteem ‘Vierkante platkaart’ dat gebaseerd is op de ‘Equidistante cilinderprojectie’. Ook vindt u in de lijst Landspecifieke coördinatensystemen, afhankelijk van uw locatie en de regio van uw Vectorworksverdeler. Voer tekst in om te filteren op de naam van bewaarde tekenzones.
In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de basistypes en variaties.
Coördinatensysteem |
Omschrijving |
Equidistante cilinder |
Dit is het eenvoudigste coördinatensysteem en een geschikte keuze voor wereldkaarten. De lengte- en breedtegraadlijnen zijn recht en staan op onderling gelijke afstand. Het nulpunt bevindt zich op 0°, 0° en de schaal die wordt aangehouden is de schaal van de lengte- en breedtegraad aan de evenaar. Het coördinatensysteem Lengte/Breedte documenteenheden is een equidistante cilinderprojectie, gecentreerd rond de evenaar en de 0-meridiaan, waarbij één breedtegraad en één lengtegraad overeen komen met één maateenheid van het document. De Vierkante platkaart is ook een equidistante cilinderprojectie, gecentreerd rond de evenaar en de 0-meridiaan. De schaalverdeling gebeurt in reële eenheden.
|
Equidistante azimutale |
Dit is een goede keuze voor gebieden gelegen rond een bepaald punt, met een hoogte en breedte die min of meer gelijk zijn. De rechte lijnen vanuit het middelpunt geven de geografische afstand nauwkeurig weer.
|
Transverse Mercator |
Dit is de voorkeursoptie om smalle (noord-zuid) gebieden rond een gekozen lengtegraad in kaart te brengen. Gebieden op de kaart die verder naar het oosten en westen liggen worden in hoge mate vervormd. De centrale lengtegraad ligt op de gekozen meridiaan; de centrale breedtegraad ligt ter hoogte van het gebied dat in kaart wordt gebracht. De schaal hoort 1 of quasi 1 (bv. 0,9996) te zijn. Het Universele Transversale Mercatorsysteem is een transversale Mercator bepaald door zones van elk 6° lengtegraden breed. De coördinatensystemen van het Amerikaanse State Plane Coordinate System (SPCS) gebruiken meestal de Transversale Mercatorprojectie of de Conforme kegelprojectie van Lambert, afhankelijk van de vorm van de staat en haar gebieden. Er bestaan twee systemen o.b.v. twee verschillende Noord-Amerikaanse Datums: NAD27 (in ongebruik) en NAD83 (de huidige standaard).
|
Cassini-Soldner |
Dit is een andere goede optie om smalle (noord-zuid) gebieden rond de centrale lengtegraad in kaart te brengen. Gebieden op de kaart die verder naar het oosten en westen liggen worden in hoge mate vervormd.
|
Gnomonische |
Dit is een goede keuze voor navigatiekaarten en kleine gebieden rond een gekozen punt. Deze projectie heeft als voordeel dat grootcirkels op de kaart weergegeven worden als rechte lijnen (nl. de kortste geografische afstand).
|
Conforme kegelprojectie van Lambert |
Dit is een goede keuze om uitgestrekte gebieden (oost-west) tussen twee gekozen parallellen in kaart te brengen. Hoe verder de gebieden van de gekozen parallellen verwijderd liggen, hoe meer vervorming er optreedt. De coördinatensystemen van het Amerikaanse State Plane Coordinate System (SPCS) gebruiken meestal de Transversale Mercatorprojectie of de Conforme kegelprojectie van Lambert, afhankelijk van de vorm van de staat en haar gebieden. Er bestaan twee systemen o.b.v. twee verschillende Noord-Amerikaanse Datums: NAD27 (in ongebruik) en NAD83 (de huidige standaard).
|
Stereografische cilinder |
Dit is een goede keuze om de poolstreken in kaart te brengen. Het middelpunt wordt bepaald door parameters: 90° breedte voor de Noordpool en -90° breedte voor de Zuidpool. U kunt andere punten gebruiken. De schaal hoort 1 of quasi 1 (bv. 0,9996) te zijn.
|