Afvoerpunten bewerken
Methode |
Gereedschap |
Gereedschappenset |
Bewerk
|
Afvloeiing plaat
|
Architectuur |
U kunt afvoerpunten bewerken en verwijderen door middel van de commando’s in het contextmenu. Deze commando’s zijn enkel beschikbaar wanneer het gereedschap Afvloeiing plaat geselecteerd is.
Eigenschappen van afvoerpunten bewerken
Om de eigenschappen van afvoerpunten te bewerken:
Selecteer de plaat.
Activeer het gereedschap en de methode.
Klik met de rechtermuisknop op een of meer afvoerpunten en selecteer de optie Bewerk afvoerpunt(en) in het contextmenu.
Het dialoogvenster ‘Instellingen afvoerpunt(en)’ wordt geopend.
Stel de parameters in.
Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Peil |
Bepaal hier de hoogte van het afvoerpunt. Dit is de hoogte vanaf de plaat. |
Diameter |
Geef hier de diameter van het afvoerpunt op. |
ID-label |
Vul hier het ID-label ter identificatie van het afvoerpunt in. |
Symbool afvoerpunt |
Vink deze optie aan om een symbool in te voegen bij nieuwe afvoerpunten. |
Afvoerpunten verwijderen
Om een afvoerpunt te verwijderen:
Selecteer de plaat.
Activeer het gereedschap Afvloeiing plaat.
Klik met de rechtermuisknop op een of meer afvoerpunten en selecteer de optie Verwijder in het contextmenu.