Objecten koppelen met de database
Als laatste stap in het opzetten van een databaseverbinding dient u de objecten te koppelen met de database. De werkwijze om een enkel object te koppelen, is als volgt. Als u meerdere objecten wilt koppelen: zie Meerdere objecten verbinden.
Eenmaal gekoppeld, kunt u de verbinding bewerken of verwijderen.
Objecten enkelvoudig verbinden
Commando |
Locatie |
Objectkoppeling |
Extra > Database |
Om een database te koppelen aan een object:
Selecteer een object.
Kruis op het tabblad Gegevens van het Infopalet het vakje aan om een record te koppelen aan een object. (ZieRecords koppelen aan symbolen, objecten en materialen.)
De velden van het record worden weergegeven met hun standaardwaarden.
Selecteer het commando. Of: klik op de knop ODBC op het tabblad Gegevens van het Infopalet.
Het dialoogvenster ‘Objectkoppeling’ wordt geopend. Als een rij al eerder voor het object werd geselecteerd, verschijnt het opgelicht en vet.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Beschikbare records |
Toont de beschikbare records voor het geselecteerde object. |
Databaseverbinding |
Opent het dialoogvenster ‘Recordkoppeling’, waarin u een record kunt koppelen aan een database. |
Voeg een nieuwe rij toe in de tabel van de database |
Voegt een nieuwe rij toe in de tabel van de database en koppelt het met het object. |
Gebruik de geselecteerde rij |
Maakt het mogelijk de rij van de gekoppelde tabel te selecteren en zo een bestaande rij aan het object te koppelen. |
Rijen |
Selecteer een rij om het te koppelen aan het object. Deze rij levert gegevens voor het geselecteerde object of ontvangt gegevens van het geselecteerde object. |
Klik op Gebruik de geselecteerde rij en selecteer de juiste rij voor het geselecteerde object.
De velden worden gevuld met gegevens uit de databasetabel voor het record dat gekoppeld is aan het object.