Gedwongen afstand

Merk op: meerdere gereedschappen voor geometrische restricties bevinden zich op dezelfde locatie in de set Aanduidingen. Klik op het zichtbare gereedschap en houd de muisknop wat langer ingedrukt om de onderliggende gereedschappen te laten verschijnen (zie Subsets).

Hiermee legt u een restrictie op de afstand tussen twee punten of op de lengte van een lijnsegment of objectrand, ongeacht de hoek. Door te verplaatsen, te roteren of te vervormen kunt u de vastgelegde lengte of afstand niet meer wijzigen. Wanneer u een object verplaatst of aanpast, beweegt het gerelateerde object mee om de restrictie te bewaren.

Om de lengte van een objectrand of lijnsegment constant te houden:

Activeer het gereedschap.

Klik op een lijnsegment of op de rand van een object.

De gedwongen horizontale afstand wordt in het groen weergegeven op de tekening.

 

Om de afstand tussen twee punten constant te houden:

Activeer het gereedschap.

Klik op het eerste punt.

Klik op de zijde van een tweede object om de afstand te bepalen.

De gedwongen afstand wordt in het groen weergegeven op de tekening.