Grijp naar:

Opgegeven hoeken

Vink deze optie aan om naar de opgegeven hoeken ten opzichte van de horizontale en verticale as te grijpen. Als u bijvoorbeeld 45° opgeeft, zal de aanwijzer grijpen naar 45°, 135° (90+45), 225° (180+45) enzovoort. Standaard zijn de hoeken 30° en 45° opgegeven. Als u vaak onder de hoek 50° moet tekenen, kunt u deze hoek toevoegen. Let er wel op dat u twee hoeken altijd van elkaar scheidt door een ; (puntkomma). U kunt maximaal acht hoeken opgeven.

Vorige segment (aan/uitzetten met sneltoets : )

Vink deze optie aan om naar een hoek ten opzichte van het vorige segment te grijpen en niet ten opzichte van de assen (op het grid). Dit is handig wanneer u objecten met meerdere segmenten tekent, omdat de opgegeven hoeken tijdens het tekenen automatisch berekend worden op basis van het vorige segment, wat u een rekenoefening bespaart.

Gebruik de sneltoets “/” (QWERTY) of “:” (AZERTY) om af te wisselen tussen de hoeken. Indien u deze functie met de sneltoets uitschakelt, grijpt u naar de Opgegeven hoeken ten opzichte van de assen.

Hoek planrotatie

(Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist)

Vink deze optie aan om de aanwijzer te laten grijpen naar de hoek waaronder het plan is geroteerd. Dit is handig om in een geroteerd planaanzicht objecten te tekenen die horizontaal moeten komen te staan van zodra u de planrotatie uitschakelt.

Stel alternatieve hoek in

Hiermee bepaalt u een alternatieve hoek. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als u naast de andere gedwongen hoeken, regelmatig in die hoek tekent.

Grijp naar hoek

Geef in dit veld een hoek op die verschilt van de Opgegeven hoeken. Geef in het veld een alternatieve hoek op.

Toon referentielijnen

Vink deze optie aan om referentielijnen t.o.v. een grijppunt ook voor de alternatieve hoek weer te geven.