Objecten selecteren
Gereedschap |
Gereedschappenset |
Sneltoets |
Selectie
|
Basisgereedschappen |
X |
Gebruik het gereedschap Selectie om objecten te selecteren die u hierna wilt bewerken of die u nodig hebt om een commando uit te voeren. Met de shift-toets en alt-toets (Windows) of option-toets (Mac) kunt u de selectie beïnvloeden. Trek een selectiekader, lasso of polygoon rond het object dat u wilt selecteren. Het is ook mogelijk om op deze manier meerdere objecten in de selectie op te nemen. Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende selectiemethodes.
Methode |
Omschrijving |
Klik |
Dit is de standaard selectiemethode. Hiermee selecteer u slechts een enkel object. |
Alt + klik (Mac) of Ctrl + klik (Windows) |
Hiermee creëert u een duplicaat die u vlak bovenop het oorspronkelijke object plaatst, tenzij deze functie is uitgeschakeld in de Vectorworksvoorkeuren (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Tekenmethode) |
Shift + klik |
Op deze manier voegt u elk aangeklikt object toe aan de selectie. U kunt deze methode ook gebruiken om geselecteerde objecten te deselecteren. |
Alt + sleep (Mac) of Ctrl + sleep (Windows) |
Op deze manier plaatst u een duplicaat van het geselecteerde object op de plaats waar u de muisknop loslaat. Het plusteken langs de cursor geeft aan dat u een duplicaat aan het maken bent. |
Selectiekader, lasso, polygoon |
Hiermee selecteert u alle objecten die volledig in het selectiekader liggen. |
Shift + selectiekader |
Hiermee keert u de selectie van objecten in een selectiekader om. Als er objecten in het selectiekader zijn geselecteerd, heft deze methode de selectie van die objecten op en omgekeerd. |
Alt + selectiekader |
Hiermee selecteert u alle objecten die volledig of gedeeltelijk in het selectiekader liggen. |
(in het menu Wijzig) |
Met dit commando deselecteert u alle geselecteerde objecten en selecteert u alle zichtbare objecten van alle bewerkbare lagen en klassen die op dat moment niet geselecteerd zijn. |
Dubbelklikken |
Door te dubbelklikken activeert u het werkvlak waarop een ruimtelijk 2D-object gecreëerd werd. |
Selecteer controlepunt op Infopalet (contextmenucommando) |
Voer dit commando uit op objecten waarvan de vorm gebaseerd is op controlepunten. Klik rechts op het controlepunt dat in het Infopalet wilt bewerken en selecteer vervolgens dit contextcommando (zie Controlepunten van objecten aanpassen). |
(contextmenucommando) |
Hiermee kunt u objecten selecteren die dit normaal niet toelaten omdat ze zich op een laag met een verschillende schaal bevinden of omdat de huidige klasse- of lageninstellingen dit beletten. Tegelijkertijd activeert u de klasse en/of laag van het object in kwestie. |
Om alle geselecteerde objecten te deselecteren, dubbelklikt u met het gereedschap Selectie in een leeg gedeelte van de tekening of drukt u tweemaal snel naar elkaar op de x-toets.