Slagschaduw
Een slagschaduw kan worden toegepast aan elk grafisch object in 2D/Plan-aanzicht, met inbegrip van symbolen, muren, tekst, parametrische objecten en zichtvensters op presentatielagen. De manier waarop de schaduw getekend wordt, is afhankelijk van het objecttype.
Object |
Omschrijving slagschaduw |
Zichtvenster op presentatielaag zonder vulling |
Alle objecten op de achtergrond werpen schaduwen, zo ook aantekeningen van het zichtvenster. Als u een slagschaduw wenst toe te voegen aan aantekeningen, maar niet op het hele zichtvenster, kunt u het zichtvenster bewerken en de slagschaduw rechtstreeks toekennen aan de aantekeningen. |
Zichtvenster op presentatielaag met vulling |
De rand van het zichtvenster werpt een schaduw alsook aantekeningen die buiten de rand vallen. |
Gegroepeerde objecten |
Elk object in de groep werpt een schaduw. |
Symbool |
2D-objecten in het symbool werpen een enkelvoudige schaduw. Om meer schaduwen te creëren, kunt u het 2D-component van het symbool bewerken en een slagschaduw toekennen aan de afzonderlijke componenten. |
Planten en gebouwen |
Als schaduwen ingeschakeld zijn in de instellingen van deze objecten, zal een slagschaduw twee schaduwen produceren. |
Slagschaduw toepassen
Vanaf het Kenmerkenpalet kunt u een slagschaduw toekennen aan het merendeel van de objecten. Voor muren, platen, daken en dakvlakken met een stijl dient u de slagschaduw in te schakelen in de instellingen van de stijl die werd toegekend aan het object.
Om een slagschaduw toe te voegen aan een object:
Selecteer het object en klik op de knop Slagschaduw in het Kenmerkenpalet.
Om de kleur van de slagschaduw te veranderen, klikt op Slagschaduw kleur en kies de gewenste kleur (zie Kleuren aanbrengen).
Klik op de knop Instellingen slagschaduw om een instellingenvenster te openen en de parameter naar wens in te stellen.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Slagschaduw van de klasse |
Vink deze optie aan om de instellingen van de klasse van het geselecteerde object te gebruiken voor de slagschaduw (zie Kenmerken van een klasse toekennen). |
[Eenheden op papier] |
Vink deze optie aan om voor de parameters Extra afstand en Onscherpte eenheden op papier te gebruiken. Indien uitgevinkt, worden reële eenheden gebruikt. |
Extra afstand |
Voer een waarde in voor de afstand van de schaduw tot het object. |
Onscherpte |
Bepaal de spreiding van de onscherpte van de schaduw; met de waarde 0 heeft de schaduw rechte randen; een hogere waarde word de rand zachter en onscherper. |
Hoek |
Voer een waarde in voor de hoek van de schaduw, waarbij de graden tegen de klok in worden gemeten vanaf de rechterrand van het object.
|
Dekking (%) |
Bepaal de dekking van de schaduw. Sleep de schuifknop naar links om de dekking te doen afnemen of geef rechts van de schuifknop een percentage (0-100) in. |