DesignSeries00058.pngKenmerken van muren bewerken

De kenmerken van een muur zonder stijl worden standaard afgestemd op de instellingen van het Kenmerkenpalet (zie Het Kenmerkenpalet). De dekking en slagschaduw bepaalt u altijd via het Kenmerkenpalet. Als u de lijn- en vulkenmerken in het dialoogvenster ‘Muurinstellingen’ verandert, zullen de instellingen in het Kenmerkenpalet mee aangepast worden (na het verlaten van het dialoogvenster ‘Muurinstellingen’).

Kies de optie 'Stijl van de klasse' als u niet de lijn- en vulkenmerken in het dialoogvenster, maar de stijl van de klasse wenst te gebruiken. Als u later de klasse van de muur wijzigt, neemt de muur automatisch de kenmerken van de nieuwe klasse over. Wanneer u een klasse gebruikt, kunt u geen uitzonderingen maken voor bepaalde muren; de lijn- en vulkenmerken die u voor de klasse instelt, worden automatisch toegewezen aan alle muren in die klasse. U kunt muren met dezelfde stijl wel onderverdelen in aparte klassen.

Om de kenmerken van een muur te bewerken:

Klik in het tabblad Samenstelling van het dialoogvenster ‘Muren’ op de knop Muurinstellingen. Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Muurinstellingen’.

Arch.pngWeergave muur d.m.v. ontwerplaagsnijvlak

Vectorworks Architectuur biedt u de mogelijkheid om op de ontwerplaag een snijvlak in te schakelen en hiervan zelf de hoogte te bepalen (zie Eigenschappen van ontwerplagen bewerken en Kenmerken van muren bewerken). U kunt het snijvlak op verschillende tekenobjecten toepassen, waaronder standaard muren, vliesgevels, muurobjecten en in een muur ingevoegde objecten.

Wanneer de optie voor het snijvlak is ingeschakeld, zijn de volgende regels van toepassing:

       Muren worden slechts tot aan de snijlijnen van het snijvlak getekend. De omtrek van het snijvlak, bepaald via de Peninstellingen, benadrukt het snijvlak maar zorgt tegelijkertijd dat de componenten zichtbaar blijven.

       De weergave van lage muren (waarvan het hoogste punt zich onder het snijvlak bevindt) en muurobjecten onder het snijvlak wordt bepaald door de klasse toegekend aan Kenmerken onder snijvlak in het dialoogvenster ‘Muurinstellingen’ of door de kenmerken voor muurobjecten onder het snijvlak.

       Muren in bovenaanzicht worden steeds met kapjes weergegeven en tonen geen scheidingen tussen componenten.

       Muurverbindingen worden enkel getoond wanneer de verbindingszone zich binnen het snijvlak bevindt.

       In de muur ingevoegde ramen en deuren die zich in het snijvlak bevinden, worden zoals gebruikelijk weergegeven; ramen die zich boven of onder het snijvlak bevinden, krijgen een vereenvoudigde weergave in stippellijn.

       In de muur ingevoegde objecten die op de hoogte van het snijvlak liggen, zijn zichtbaar in de muur. Objecten die volledig onder het snijvlak werden ingevoegd, worden in stippellijn weergegeven.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Instellingen standaardmuren

Instellingen vliesgevels