Een dakvlak creëren

1. Teken de 2D-objecten die u zult omzetten naar een dakvlak. U kunt hiervoor elk gesloten 2D-object gebruiken, zoals bijvoorbeeld polylijnen, rechthoeken, cirkels en ovalen.

Het dialoogvenster ‘Creëer dakvlak’ wordt geopend. Kies hier hoe u de dakhelling wenst te bepalen. Definieer eveneens het type dakrand, de afschuining van de dakopening, alsook enkele overige dakparameters.

Veld	Omschrijving
Dakhelling d.m.v.	Kies een methode om de dakhelling te bepalen.
Hoek	Selecteer deze instelling om de dakhelling door middel van een opgegeven hoek te bepalen. Geef vervolgens de gewenste Hoek op.
Dakhoogte t.o.v. dakbreedte	Selecteer deze instelling om de dakhelling door middel van een opgegeven hoogte en breedte te bepalen. Geef vervolgens de Hoogte en Breedte op. De hoogte van het dakvlak is de verticale afstand vanaf de opleghoogte. De breedte is de horizontale afstand die het dak overbrugt om deze hoogte te bereiken.
Hoogte bij volgende muisklik	Selecteer deze instelling om de dakhelling door middel van de volgende muisklik te bepalen. Geef vervolgens de Hoogte op voor de volgende muisklik.
Afschuining dakrand	Selecteer het type afschuining voor het onderste gedeelte van het dakvlak.
Verticaal	Selecteer deze instelling om de dakrand verticaal af te schuinen.
Horizontaal	Selecteer deze instelling om de dakrand horizontaal af te schuinen.
Dubbel verstek	Selecteer deze instelling om de dakrand horizontaal en verticaal af te schuinen. Geef vervolgens de verticale of horizontale afschuining op.
Loodrecht	Selecteer deze instelling om de dakrand loodrecht op de dakhelling af te schuinen.
Uitsnijding dakopening	Selecteer het type uitsnijding van de dakopening, gemaakt met 2D-objecten. (Deze parameter is niet van toepassing op openingen van dakkapellen en dakramen.)
Verticaal	Selecteer deze instelling om de dakrand verticaal af te schuinen.
Hor./Vert. afschuining	Selecteer deze instelling bovenaan horizontaal en onderaan verticaal af te schuinen.
Loodrecht	Selecteer deze instelling om de dakopening loodrecht ten opzichte van het dakvlak af te schuinen.
Opleghoogte	Bepaal de opleghoogte van het dak; dit is de afstand tussen de dakrand en de basis van de ontwerplaag.
Hoek	Geef de hoek op voor de dakhelling. Merk op: deze parameter is enkel beschikbaar voor een dakhelling d.m.v. ‘Hoek’.
Hoogte/Breedte	Geef de hoogte en breedte van de dakhelling op. Merk op: deze parameter is enkel beschikbaar voor een dakhelling d.m.v. ‘Dakhoogte t.o.v. dakbreedte’.
Hoogte	Geef de hoogte op van de volgende muisklik. Merk op: deze parameter is enkel beschikbaar voor een dakhelling d.m.v. ‘Hoogte bij volgende muisklik’.
Dikte	Bepaal de dikte van het dak. Merk op: deze parameter is niet beschikbaar indien u een dakstijl gebruikt. In dat geval wordt deze waarde bepaald door de dikte van de componenten.
Verticaal/Horizontaal	Bepaal de verticale en horizontale afschuining van de dakrand. Merk op: deze parameter is enkel beschikbaar voor een dakrand met ‘Dubbel verstek’.
Stijl	Dubbelklik in de Hulpbronnenkiezer op de dakstijl die u wilt gebruiken (zie Dakstijlen gebruiken).
Ontkoppel stijl	Selecteer deze optie om een dakvlak met een dakstijl om te zetten naar een dakvlak zonder stijl.
Dak	Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Dak’ te openen (zie Instellingen daken).

3.Trek een referentielijn waarmee u de plaats van de dakrand aangeeft. Er verschijnt een driehoekige pijl op de aslijn (dakrand).

4.Klik aan de kant waar u de nok wenst te plaatsen. Zodra de handeling voltooid is en u het dakvlak selecteert, verschijnen er controlepunten op de aslijn en krijgt de pijl die de hoge zijde van het dak aanwijst, een blauw kleur.