DesignSeries00006.pngEen werkdocument creëren en bewerken

De werkdocumenten waarin medewerkers aanpassingen maken, zijn 'klonen' van het projectbestand. Als dit project gebruikmaakt van de Teamwerkserver moet de server actief zijn om werkdocumenten te kunnen maken of bewerken (zie De teamwerkserver).

Wanneer u zo’n werkdocument creëert, kunt u hierin blijven werken totdat het project voltooid is. Een individuele gebruiker kan per projectbestand meerdere werkdocumenten creëren, maar een specifieke laag of een specifiek object kan slechts in één werkdocument tegelijk gereserveerd worden.

Om een projectbestand te creëren en bewerken:

1.      Open het projectbestand (.vwxp) in Vectorworks als volgt.

       Lokaal teamwerk: Dubbelklik op het projectbestand of ga naar Bestand > Open en selecteer vervolgens het gewenste bestand.

       Teamwerk via server: Selecteer Bestand > Open projectbestand op server. Klik in het dialoogvenster op de URL-lijst en selecteer de Teamwerkserver voor het desbetreffende project of klik op ‘Op maat’ en voer de URL in van een server die niet in de lijst staat. De submappen in de projectmap van de server worden weergegeven aan de linkerkant. Selecteer rechts het gewenste projectbestand en klik op OK.

Als u geen werkdocument hebt en de server niet beschikbaar is om er een te maken, selecteert u Bestand > Open om het projectbestand te openen. Selecteer vervolgens de optie om een  normaal vwx-bestand te maken waarin u tijdelijk kunt werken. Zodra de server weer beschikbaar is, maakt u een werkdocument; reserveer de items die u wilt wijzigen en kopieer de wijzigingen uit uw tijdelijk bestand.

2.De eerste keer dat u het projectbestand opent, wordt het dialoogvenster 'Nieuw werkdocument' geopend. Indien gewenst kunt u het dialoogvenster overslaan en automatisch een nieuw werkdocument creëren telkens u het projectbestand opent. Klik op OK.

Het werkdocument krijgt dezelfde naam als het projectbestand, gevolgd door uw gebruikersnaam (bijvoorbeeld ProjectX_jpeeters.vwxw).

3.Reserveer delen van het project waar u aan wilt werken op één van onderstaande manieren:

       Selecteer in het menu Bestand > Teamwerk en reserveer een of meer lagen. Zie Tabblad Lagen

       Open het dialoogvenster ‘Organisatie’ of het Navigatiepalet (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist). Klik met de rechtermuisknop op een ontwerplaag, presentatielaag of zichtvenster en selecteer het commando Reserveer in het contextmenu.

       Selecteer in uw werkbestand een of meer objecten en selecteer vervolgens het menucommando Wijzig > Reserveer of klik met de rechtermuisknop op de objecten en selecteer het commando Reserveer in het contextmenu. Zie Een specifiek object reserveren

       Selecteer Extra > Reserveren op maat en reserveer lagen of objecten op basis van de criteria die u opgeeft. Zie Objecten reserveren en vrijgeven op basis van criteria

U kunt klassen en hulpbronnen bewerken zonder dat u ze hoeft te reserveren, maar het kan wel zijn dat u objecten moet reserveren die die klasse of hulpbron gebruiken.

4.Verduidelijk in het dialoogvenster ‘Reserveren’ waarom u de laag of het object in kwestie reserveert en klik op OK.

5.Bewaar het werkdocument regelmatig met het commando Bewaar. Hierdoor werkt u het lokale werkdocument bij, maar niet het projectbestand.

6.Wanneer u klaar bent met de gereserveerde lagen of objecten, zijn er verschillende manieren om uw werk bij te dragen aan het projectbestand. Door uw wijzigingen bij te dragen, worden zowel het werkdocument als het projectbestand bijgewerkt. Dit kunt u zo vaak herhalen als u wilt.

       Selecteer in het menu Bestand > Bewaar en draag bij. Zie Aanpassingen bijdragen aan het projectbestand

       Selecteer in het menu Bestand > Teamwerk en geef een laag vrij. Zie Tabblad Lagen

       Open het dialoogvenster ‘Organisatie’ of het Navigatiepalet (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist). Klik met de rechtermuisknop op een ontwerplaag, presentatielaag of zichtvenster en selecteer het commando Vrijgeven in het contextmenu.

       Selecteer in uw werkbestand een of meer objecten en selecteer vervolgens het menucommando Wijzig > Vrijgeven of klik met de rechtermuisknop op de objecten en selecteer het commando Vrijgeven in het contextmenu.

       Selecteer Extra > Vrijgeven op maat en geef lagen of objecten vrij op basis van de criteria die u opgeeft. Zie Objecten reserveren en vrijgeven op basis van criteria

Bevestig met Draag bij om uw wijzigingen bij te dragen en al het gereserveerde opnieuw vrij te geven.

7.Selecteer Bestand > Sluit en geef vrij als u klaar bent met het werkdocument. Indien bepaalde wijzigingen niet werden bewaard of bijgedragen, zal Vectorworks u voorstellen om eerst het commando Bewaar en draag bij uit te voeren. Dit commando sluit het werkdocument af en geeft de lagen die u gereserveerd had vrij, zodat andere medewerkers deze lagen kunnen bewerken.

8.Indien er aanpassingen zijn die u nog niet bewaard of bijgedragen heeft, krijgt u een waarschuwing. Reserveer indien nodig andere lagen om deze te kunnen bewerken.

Tips voor het bewerken van een gedeeld bestand

       Doordat uw gebruikersnaam wordt opgenomen in de naam van het werkdocument, kunt u zelfs als u vanop verschillende computers aan een gedeeld project werkt, steeds hetzelfde werkdocument gebruiken. Dit is wel op voorwaarde dat u overal dezelfde gebruikersnaam heeft. Zo niet, moet u op elke computer een ander werkdocument gebruiken.

       De lagen die u heeft gereserveerd in dit werkdocument, worden in Vectorworks in de verschillende keuzelijsten Lagen aangeduid in het blauw. Lagen die op dat moment gereserveerd zijn in andere werkdocumenten, staan vermeld in het grijs.

       U kunt enkel de lagen bewerken die u gereserveerd heeft. Het is wel mogelijk objecten op niet gereserveerde lagen te kopiëren of ernaar te grijpen.

       Om een zichtvenster te wijzigen, hoeft u enkel de laag waarop het zichtvenster zich bevindt, te reserveren. Het is mogelijk zichtvensterinstellingen te wijzigen die ook andere lagen beïnvloeden, zoals snijlijnen en detailtekstballonnen. Om een snedevenster te creëren, hoeft u enkel de doellaag van het snedevenster te reserveren en niet de laag waarop de snijlijn wordt geplaatst. Een zichtvenster bijwerken kan van op elke laag. Een bijgesneden zichtvenster kan slechts door één gebruiker tegelijkertijd worden bewerkt. De aantekeningen van een zichtvenster kunnen wel door meerdere gebruikers tegelijkertijd worden bewerkt.

       Documentvoorkeuren en -instellingen, hulpbronnen en andere (niet-tekeninggerelateerde) documentgegevens kunt u aanpassen als u over de nodige rechten beschikt. Zie Beschrijving van de niveaus van bevoegdheid

       Soms kan een aanpassing die u maakt in uw werkdocument ook een weerslag hebben op lagen die u niet gereserveerd heeft. Indien één of meer van deze lagen op dat moment gereserveerd zijn door een andere medewerker, krijgt u de melding dat uw bewerking niet kon worden uitgevoerd. Als de betrokken lagen wel beschikbaar zijn op dat moment, zal Vectorworks u vragen ook die lagen te reserveren.

       Door een verouderde laag te reserveren, wordt uw werkdocument automatisch bijgewerkt.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

De teamwerkserver

Het werkdocument vernieuwen

Aanpassingen bijdragen aan het projectbestand

Interacties in het werkdocument

Het werkdocument herstellen

Weergave van gereserveerde objecten